1 mei 2012: geen politiek zonder electorale tactiek

De meeste artikelen, opiniestukken, lezersbrieven en andere bijdragen van en in onze media over de 1-meivieringen gaan traditioneel over de toespraken van allerlei kopstukken, de sociale (on-)vrede, de economie, de tewerkstelling en nog wat van die stokpaardjes waarvan onze journalisten en opiniemakers veronderstellen dat ze de arbeidersklasse bezighouden. Ik wil het echter over iets anders hebben. Een punt waarop ik de laatste tijd vaak wordt aangesproken, is het dreigement van Louis T. uit H. om in Leuven een sluitingsuur voor de horeca in te voeren. Wie totaal uit de lucht valt, verwijs ik naar http://www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=DMF20120426_161 , een artikel waarin de situatie nog eens bondig wordt toegelicht.

Aangezien ik niet zeker ben dat iedereen er onmiddellijk de belangrijkste zin in dit artikel weet uit te pikken, zal ik hem even citeren. Samengevat, komt het erop neer dat er heel wat overlast is, dat de horeca heel wat crapuul aantrekt en dat de situatie steeds meer uit de hand loopt. De burgemeester vindt dat de cafébazen zelf een oplossing moeten zoeken. “Anders staat het volgende schepencollege voor een moeilijke beslissing.”

Ik wil het hier niet over de al dan niet zeer ernstige feiten hebben. Vroeger waren er ook mensen die op stap gingen enkel en alleen om ruzie te zoeken, meisjes lastig te vallen, portefeuilles te stelen, toiletten te beschadigen of op andere manieren anderen op de zenuwen te werken. Blijkbaar is vooral de tolerantie gedaald. Wie vroeger over vechtpartijen kloeg, vond nergens gehoor. Een gebroken neus bloedde in 1985 nochtans even erg als in 2011. Wie vroeger over diefstallen kloeg, kreeg te horen dat hij maar beter moest opletten. Et cetera. Wie denkt dat de horeca ooit een mooie, lieve en probleemloze wereld was, is in de eerste plaats vreselijk naïef.

Wat me vooral boeit, is het zinnetje dat het “volgende schepencollege” misschien een moeilijke beslissing zal moeten nemen. De burgemeester weet goed genoeg dat een sluitingsuur nergens een populaire maatregel is. Hij stelt gewoon de mogelijkheid in het vooruitzicht dat deze beslissing toch zou kunnen worden genomen. De vraag is vooral waarom dat een beslissing van het volgend college van burgemeester en schepenen zou zijn. Indien hij echt een sluitingsuur wil, waarom voert hij het als oppermachtig heerser dan niet nu of binnen enkele maanden al in?

Het antwoord situeert zich natuurlijk in oktober 2012 en de verkiezingscampagnes zijn al een hele tijd aan de gang. Een van de sleutelelementen van een geslaagde campagne bestaat erin de agenda te bepalen. De persoon die kan bepalen over welke onderwerpen de debatten in de media en de discussies op straat gaan, heeft de beste kans de verkiezingen te winnen. Dit betekent niet enkel dat een kandidaat, zoals de Leuvense burgemeester die blijkbaar het record van Kamiel Huysmans wil breken, ervoor wil en moet zorgen dat zijn eigen prioriteiten veel aan bod komen. Dit betekent ook dat hij ervoor moet zorgen dat hij de potentiële onderwerpen van zijn uitdagers moet inpikken.

Ook een burgemeester die veel stemmen haalt, heeft vijanden. Er zijn er genoeg die Louis van zijn troon willen stoten. De Open Vld heeft van pure ellende gewezen minister en wijnboer Rik Daems weer naar Leuven gehaald. De man staat niet bekend om zijn altruïsme en zijn gebrek aan ambitie. Bij CD&V staat Carl Devlies aan het einde van zijn parlementaire carrière. Een terugkeer in schoonheid naar de eigen provinciestad zou voor hem een mooie afsluiter betekenen. De N-VA wil overal van haar nationale populariteit profiteren en een doorbraak in de stad waar het Vlaams Belang nooit de marginaliteit is ontstegen, zou een grote psychologische overwinning betekenen. Als de reeds vermelde Louis zijn tegenstanders het kaas van hun spreekwoordelijke brood wil eten en wil vermijden dat zij erin slagen zelf thema’s aan te halen die de kiezer misschien aanspreken, moet hij die thema’s zelf in eigen naam naar voren brengen.

En dat is dus ook met betrekking tot de overlast in het uitgaansleven gebeurd. Die ene zin in het artikel zegt alles. Er staat helemaal niet dat er zeker een sluitingsuur komt. Er staat ook niet dat hij als burgemeester die beslissing zal nemen. Er staat zelfs niet wanneer die beslissing precies zou moeten worden genomen. De horeca krijgt nog enkele maanden, maar de aantrede van het nieuwe college is pas voor 1 januari 2013, een datum die nog bijna acht maanden van ons verwijderd is.

Er staat wel dat er een oplossing moet komen. Het tegendeel zou ons natuurlijk verbazen. We kunnen moeilijk verwachten dat een burgemeester een probleem aankaart en vervolgens stelt dat het niet moet worden opgelost. Er staat dat de plaatselijke middenstand een oplossing moet zoeken. Dit kan even goed worden gelezen als een pleidooi om de plaatselijke politie meer geld te geven omdat ze het nu niet aan kan. Er staat dat het niet te lang meer mag duren. Wel, het is mijn ervaring dat de middenstand pas beweegt als ze een deadline krijgt. Zonder deadline is er binnen tien jaar nog niet eens een vrijblijvende suggestie uit voortgekomen.

Dit is een tactische zet. Nu ligt de bal in andermans kamp. De burgemeester heeft er alvast voor gezorgd dat niemand hem kan verwijten het probleem te negeren of geen mogelijke oplossing in gedachten te hebben. Zijn voorlopig doel is bereikt. Nu moeten we er alleen nog eens voor zorgen dat onze politici hun beslissingen en hun voornemens niet in de eerste plaats op de data van de komende verkiezingen afstemmen, maar dat is een heel andere discussie.

Mijn conclusie is in elk geval dat er nog lang geen sluitingsuur is. Er is nog geen reden tot paniek. Toch zal ik een dezer eens de moeite nemen alle argumenten pro en contra uitvoerig uit te werken, zodat eenieder ze tijdens toekomstige discussies kan gebruiken.