Een gevecht zonder doel, maar wel met een congres

Volgens De Morgen van 19 mei 2011 valt er een “hernieuwde vechtlust van links” te ontwaren. Goed nieuws, ware het niet dat het gewoon om een opiniestukje van Caroline Gennez blijkt te gaan [1] en de stelling luidt dat op een of ander congres allerlei progressievelingen zich hebben uitgesproken voor “een nieuw economisch bestel, weg van de oude recepten”. Grof samengevat, komt het erop neer dat de sociaal-democraten ervoor willen zorgen dat werknemers binnen afzienbare tijd in ecologisch duurzame bedrijven met groenestroomvoorzieningen en milieubewuste afvalverwerking zullen werken, dat ondernemers niet langer onverantwoorde risico’s met financiële speculaties zullen nemen, dat een afgeslankte overheid doeltreffend regels uitvaardigt die monopolies en andere oneerlijke handelspraktijken dwarsbomen en dat een gezonde economie iedereen in de samenleving meer welvaart zal brengen. Nu zou het leven in een dergelijke maatschappij ongetwijfeld een stuk aangenamer zijn dan in een door multinationals leeggezogen derdewereldland, maar het is helaas niet genoeg.

In die maatschappij zal de arbeider de ondernemer nog steeds baas moeten noemen en moeten buigen voor elke gril van de erfgenaam van het familiefortuin. In die maatschappij zullen wisselkoersen tussen nationale munten het nog steeds mogelijk maken te speculeren tegen een regering die de bedrijven van diezelfde beleggers met betrekking tot fiscale voordelen niet voldoende gehoorzamen. In die maatschappij zullen mensen met weinig vaardigheden nog steeds niet op de arbeidsmarkt terechtkunnen [2]. In die maatschappij zal een bedrijf nog steeds op eigen houtje premies, bonussen en andere extralegale excessen kunnen toekennen en zo de inkomens- en kapitaalskloof mogen vergroten. In die maatschappij zullen werknemers nog steeds door hun werkgevers als concurrenten tegen elkaar worden uitgespeeld.

De deelnemers aan het congres getuigden blijkbaar allen van de reeds vermelde hernieuwde vechtlust: “Stelt u zich geen kameraden met gebalde vuisten voor die hun heimwee naar oud-linkse recepten belijden, maar wel progressieve, hervormingsgezinde sociaal-democraten met frisse ideeën en toekomstgericht optimisme”. Ik vraag me af hoe strijdlustig hun powerpointpresentaties dan wel moeten zijn geweest.

In elk geval ken ik weinig kameraden met gebalde vuisten die heimwee hebben naar oude toestanden. De socialisten hebben de afgelopen decennia, zowel in dit land als elders in Europa, vaak in regeringen gezeteld en om een of andere reden hebben ze hun zogenaamde oud-linkse recepten nooit consequent in de praktijk gebracht.

Waar blijft de nadruk op de collectivering van bedrijven, op overdracht van de macht aan de werknemers en op de afschaffing van de gepriviligieerde klasse der bedrijfsleiders? Want dat het om een klasse gaat, is duidelijk. Bedrijfsleiders komen niet onverwacht uit de lucht gevallen. De huidige bedrijfsleiders besparen op de loonkosten van het personeel om zelf voldoende winst te maken om de eigen zoontjes economie te laten studeren en in de toekomst zelf een nieuwe generatie minder begunstigden de weg naar eeuwigdurende economische segregatie te tonen.

Ik krijg stilaan de indruk dat slechts weinig mensen het echte probleem met de houding en het gedachtegoed van kapitalisten inzien. Kapitalisten streven naar winst en naar steeds meer geld op de eigen rekening. Hoewel het soms anders lijkt, is dit geld echter slechts een middel en geen doel. Het is hun belangrijkste middel om een machtspositie te verwerven en die macht hebben ze nodig. Kapitalisten zijn in de eerste plaats alfamannetjes. Ze willen aan de top staan en ze willen zeker zijn dat zij steeds op de eerste plaats komen. Zij beslissen welk lid van de kudde welke taak moet vervullen. Zij beslissen welke richting de kudde uittrekt. Zij moeten zeker zijn dat zij tijdens het paarseizoen de eerste keuze hebben [3]. Zij willen zeker zijn dat ze niet zullen worden tegengesproken.

De verwijzing naar het paarseizoen is niet lukraak gekozen. Kapitalisten geven natuurlijk veel geld uit aan luxegoederen, vooral om de rest van de wereld te tonen hoe ver zij het hebben geschopt. De meesten en toch zeker de verstandigsten houden echter voldoende opzij om een ander belangrijk doel te bereiken. Ook kapitalisten planten zich voort en geven op die manier hun dna door. Dat dna moet natuurlijk alle kansen krijgen in het leven.

Kapitalisten zijn, zonder uitzondering, verdedigers van een systeem dat ongelijkheid tussen mensen creëert, in stand houdt en zelfs propageert [4]. De reden ligt niet bij het economisch model zelf, maar bij de voordelen die zij uit die ongelijkheid halen. Als zij ervoor kunnen zorgen dat hun kinderen later over veel geld kunnen beschikken, hebben ze al een gedeelte van hun taak volbracht. Als zij er bovendien ook voor kunnen zorgen dat de kinderen van anderen over veel minder geld kunnen beschikken, hebben ze hun eigen dna een dubbele voorsprong bezorgd. Bewust of onbewust is dit de genetisch geprogrammeerde aandrang die hun handelen stuurt.

Het bovenstaande is natuurlijk ook de reden waarom kapitalisten het leven als een grote concurrentiestrijd zien. Er is de concurrentie tussen bedrijven, tussen landen, tussen mensen binnen eenzelfde bedrijf, tussen leerlingen van een Amerikaanse highschool die de hoogste puntenscore nodig hebben om door een Ivy League-universiteit voor een beurs te worden uitverkoren, tussen vergaderende directeurs die elk trachten aan te tonen dat hun directie het belangrijkste onderdeel van het grote geheel vormt, tussen johnny’s die aan het kruispunt willen bewijzen dat hun auto sneller kan optrekken dan de auto’s op de andere rijvakken, tussen professionele voetballers die liever zelf een goal trachten te maken dat een voorzet te geven aan een teamgenoot die veel beter gepositioneerd staat en tussen alle andere voorbeelden die deze lijst nog pagina’s lang kunnen rekken.

Een hernieuwde vechtlust van links moet zich richten op een samenleving waarin alfamannetjes niet langer de kans krijgen zich boven de rest te verheffen, waarin de economische gelijkheid tussen mensen garandeert dat de genetische aandrang de eigen kinderen voor te trekken door andermans kinderen omlaag te duwen geen kans op succes krijgt. Dat is de echte strijd van de antikapitalist.

Er is inderdaad behoefte aan frisse ideeën en aan toekomstgericht optimisme, maar in Oslo hebben ze duidelijk niet begrepen waar de prioriteiten liggen. Moet ik hieruit soms afleiden dat veel mensen aan de top van progressieve en sociaal-democratische organisaties en bewegingen zelf geen haar beter zijn en zelf een status van macht en financiële superioriteit nastreven?

----------
[1] De tekst is te vinden op http://www.demorgen.be/dm/nl/2461/De-Gedachte/article/detail/1266500/20…
[2] Zeker niet in een ecologisch duurzaam bedrijf, dat van zijn personeel veel scholing, specialisatie en praktische kennis vergt.
[3] Conferatur de recente arrestatie van de heer Strauss-Kahn. Ik vind die arrestatie trouwens maar flauw. Hij had al lang moeten vastzitten omdat hij nu eenmaal voorzitter van het IMF was. Het aanvaarden van die functie en er vervolgens niets zinvols mee doen, dat is pas een misdaad. Nu draait hij de bak in omdat hij een enkele vrouw heeft aangerand. In zijn vorige functie droeg hij rechtstreeks verantwoordelijkheid voor de ellende waarin miljoenen vrouwen (en mannen) zich bevinden.
[4] Voor een recent voorbeeld verwijs ik naar de film Atlas Shrugged, naar het werk van Ayn Rand, bedenkster van een filosofie die ze zelf Egoïstisch Kapitalisme noemt. Een recensie vindt u hier: http://www.ruthlessreviews.com/11448/atlas-shrugged/