Malcolm analyseert: het Vlaams regeerakkoord: hoofdstukken 3-6

Hoofdstuk III: Brussel

Vroeger werd het beleid ten aanzien van de hoofdstad en de zogenaamde Vlaamse Rand, oftewel de randgemeenten net buiten Brussel, samen behandeld, maar dat is voorbij. De N-VA zetelt niet in de VGC en de Brusselse Hoofdstedelijke Regering en dit hoofdstuk is dan ook een stuk korter dan de rest. De Vlaamse meerderheid mist echter geen enkele kans om zich weer eens belachelijk te maken.

Er komt “aansluitend bij het Vlaams merkenbeleid” zo waar een “herkenbaar logo voor de Vlaamse instellingen in Brussel”. Ah, nu is de taalstrijd echt voorbij. Een logo. Nu zal elke anderstalige zien waar Vlaanderen voor staat en de kracht van het merk 'Vlaanderen' inzien. Het is tenslotte de bedoeling “het merk 'Brussel(s)'” in het buitenland te promoten. Engels is duidelijk geen Frans. Meer nog, deze promotie wordt gekoppeld aan “het merk 'Vlaanderen/Flanders'”. Waarom ben ik nooit in de marketingsector gaan werken? Met gebakken lucht koopt men villa's, met inhoudelijk werk een rijtjeshuis.

Een echte promotie van Vlaanderen mag zich natuurlijk niet focussen op onze alomtegenwoordige slechte eigenschappen. Een goed feest is beter voor het imago dan sociale uitsluiting en daar is zelfs een budget voor uitgetrokken: “Ter gelegenheid van de Vlaamse feestdag organiseren we jaarlijks een breed toegankelijke 11-juliviering op de Brusselse Grote Markt, een Vlaams volksfeest met maximale zichtbaarheid in de media.” Qua wishful thinking kan dit wel tellen, eigenlijk. Ten eerste zal dat feest enkel plaatsvinden op een Brussels plein als het stadsbestuur van Brussel daar toestemming voor geeft en ten tweede wordt de zichtbaarheid in de media vooral bepaald door die media zelf en niet door een organisator die graag veel op televisie zou komen. De omschrijving 'breed volksfeest' zelf is natuurlijk een synoniem voor een 'platte pensenkermis voor de laagste gemene deler'. Op die pensenkermissen komen we straks overigens ook nog terug, want het cultuurbeleid komt pas in een later hoofdstuk aan bod.

Hoofdstuk IV: Vlaamse Rand

Gezien de aard van de partijen die de meerderheid vormen, zal het niemand verbazen dat het regeerakkoord pleit voor het behoud van het Vlaams karakter van de randgemeenten, voor het tegenhouden van de verfransing, voor het gebruik van het Nederlands als bestuurstaal, etc. Op zich stoort me dat trouwens minder dan in de rest van het Vlaamse Gewest, want het is tenslotte hier dat het minstens even extremistische FDF zijn bastions heeft.

Net als de vorige twee Vlaamse Regeringen, wil ook de nieuwe meerderheid het Minderhedenverdrag van de Raad van Europa niet ratificeren. Ook dit regeerakkoord rept niet over de rechten die de toepassing van dit verdrag zou toekennen aan Vlamingen die in Wallonië wonen. Blijkbaar zijn zij niet belangrijk, want er wordt nergens een lettergreep aan hen besteed.

Hoofdstuk V: Economie en innovatie

Veel mensen dachten allicht dat dit het dikste en uitgebreidste hoofdstuk van de hele tekst zou worden, maar dat klopt dus niet. Die titel is voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. Wat de hoeveelheid gebakken lucht, vage formuleringen en inhoudloze modetaal betreft, wint het stuk over onze economie echter met voorsprong. Het hele hoofdstuk lijkt op de presentatie van een student Handelswetenschappen die zijn eerste jaar bist en die het grootste deel uit artikels uit een derderangstijdschrift heeft gekopieerd.

De Vlaamse Regering wil veel geld in onze economie investeren, maar het grootste deel kan allicht beter rechtstreeks worden doorgespoeld. Het effect zal hetzelfde zijn en het duurt minder lang. De Vlaamse ondernemer zit niet te wachten op wat innovatiesteun of een subsidie. Hij wil in de eerste plaats het recht zijn personeel als gebruiksvoorwerpen in plaats van als mensen te behandelen, maar dat krijgt hij hier niet. Dat is voor het federaal regeerakkoord.

Het regeerakkoord is trouwens niet vrij van ideologie. Een regeerakkoord moet een lijst zijn van maatregelen of voornemens, liefst vergezeld van doelstellingen. De volgende zin is echter niet meer of niet minder dan een politiek standpunt over wat een andere overheid zou moeten doen: “(...) voor wat betreft de kostencompetiviteit moet een krachtig federaal beleid gevoerd worden voor oa. het verlagen van loon- en energiekosten.” Dit is ronduit belachelijk. Wat zal er dan gebeuren indien de federale overheid dit niet doet? Valt de Vlaamse Regering in dat geval [4]? Ontstaat er dan ruzie tussen de Vlaamse coalitiepartners? Deze zin is zo ongepast dat hij door psychologen en niet door politologen moet worden geanalyseerd. Dit is een zuivere uiting van frustratie en dat hoort niet thuis in een bestuursakkoord.

Verder is het de bedoeling de “kennisgedreven economie” te stimuleren en te versterken. Mij niet gelaten, maar wat zal er dan gebeuren met al die laaggeschoolden? Blijkbaar is het niet de bedoeling dat zij kansen krijgen in ons bedrijfsleven.

Verder geldt de inburgeringsplicht niet voor economen, want nergens vind ik meer Engelstalige termen terug dan hier: “backing winners”, “TechCity Antwerp”, “ de lifescience sector”, “carbon leakage”, 'Vanguard initiative', 'high potential starters', 'equity gap' en dat zijn maar een paar voorbeelden. Blijkbaar krijgt een economische idee enkel nog respect indien een paar Engelse woorden kunnen worden gebruikt. Ze zullen het graag horen in de Vlaamse Rand.

Aan straffe uitspraken zonder historisch besef ontbreekt het trouwens ook niet: “Zonder ondernemerschap is er geen waardecreatie en zijn er geen jobs.” Werkelijk? Vroeger waren veel mensen gewoon boer. Ze hadden een stukje land en ze verbouwden wat eetbare planten. Op die manier stelden ze zichzelf te werk. Waren dat dan allemaal ondernemers? En, zo ja, waarom is dat ondernemerschap dan zo goed als vernietigd door ondernemers die hen liever tot personeel in loondienst herleidden? Op die manier bekeken, zijn er nu minder ondernemers dan duizend jaar geleden.

Nog eentje: “We ondersteunen KMO's in cruciale levensfasen en zorgen er ook voor dat falen geen stigma is.” Blijkbaar mogen we niet vies kijken naar mensen die ten gevolge van compleet management failliet zijn gegaan. Goed, ik wil me daar wel aan houden, maar waarom moeten we volgens diezelfde mensen dan wel werklozen als halve misdadigers beschouwen? Zeer consequent is dat niet, vooral niet omdat veel werklozen hun job zijn verloren ten gevolge van een faillissement dat we niet als een stigma mogen beschouwen.

Een zinnetje dat ik eenvoudigweg niet begrijp is het volgende: “De sluitingsverplichting wordt geschrapt.” Betekent dit echt dat de wekelijkse sluitingsdag wordt geschrapt? Ik hoop van niet, want anders zullen we nog veel kleine zaken overkop zien gaan. Nu ja, dat is natuurlijk geen stigma. We hoeven ons daar dan ook geen zorgen om te maken.

Hoofdstuk VI: Werk en sociale economie

Ook hier vinden we weer heel wat wishful thinking. De doelstelling tegen 2020 een werkzaamheidsgraad van 76 percent te bereiken, is zeer ambitieus, maar het is normaal dat in een regeerakkoord dergelijke doelstellingen worden opgenomen. Erger is het gesteld met zinnen als “We sluiten hierover een samenwerkingsakkoord af.” Volgens mij behoeft een dergelijk akkoord de goedkeuring van de andere partijen, maar dat is blijkbaar niet belangrijk.

Zelfs nog meer wishful is de volgende zin: “Aangezien we uitgaan van een federale structurele lineaire loonlastenverlaging (...)” Is dat nu echt zo verstandig, in een regeerakkoord uitgaan van een  belangrijke maatregel die de federale overheid misschien zal nemen? Zouden we het vak Logica geen prominentere plek in het curriculum van onze faculteiten Economie geven?

Natuurlijk ontsnappen de werklozen niet aan de toorn van de kapitaalkrachtigen die het al jaren beu zijn tot een samenleving te behoren. Het regeerakkoord is niet al te expliciet in dit verband, maar twee korte zinnetjes laten het ergste vermoeden: “Gemeenschapsdienst kan als werkervaring beschouwd worden”. Meer uitleg over die zogezegde gemeenschapsdienst is nergens te vinden. “Indien een werkzoekende onvoldoende inspanning levert of afspraken niet nakomt, zal een sanctie opgelegd worden door een apart orgaan binnen de VDAB”. Meer uitleg over dat orgaan of de aard van de sanctie staat nergens. Blijkbaar wordt dat allemaal opgespaard voor later. Misschien is het de bedoeling eerst de vakbonden de facto te verbieden, bijvoorbeeld door hen te verplichten een rechtspersoon aan te nemen.

Nog vager wordt het wanneer discriminatie bij aanwervingen wordt aangekaart. Officieel is de Vlaamse Regering tegen werkgevers die allochtonen weigeren, maar bij inbreuken zal de inspectie “een passend gevolg” geven? Wat zou dat dan kunnen zijn? Een boete van 3 euro? Een opmerking met rode inkt in de marge van het wekelijks rapport? Ik denk niet dat Voka de Vlaamse Regering de toestemming zal geven echt streng op te treden.

De laatste paragraaf van het regeerakkoord is gewijd aan de combinatie tussen arbeid en gezin. Hier is sprake van een “een Vlaams systeem ter ondersteuning van thematische verloven voor zorg”. Ik vind het dus bijzonder onrustwekkend dat de andere verlofstelsels hier niet aan bod komen. Ik raad iedereen aan waakzaam te zijn en tijdig de nodige aanvragen in te dienen. Het is trouwens maar de vraag hoe ze hun diensten draaiende zullen houden als iedereen plots een aanvraag tot loopbaanonderbreking zou indienen. Qua vernieuwende actievorm zou dat wel kunnen tellen.

----------------

4] De Vlaamse Regering kan natuurlijk niet vallen. Ze kan enkel worden vervangen door een andere na de goedkeuring van een motie van wantrouwen door de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement.