Vandaag, 12 augustus 2013, is het exact twintig jaar geleden dat het beruchte maar ondertussen al lang weer verdwenen jeugdhuis voor het eerst de deuren van het haast onbewoonbare pand in de Boekhandelstraat opende.
Wie uitkijkt naar een lange reeks anekdotes over tappers en bezoekers of aan breed uitgesponnen maatschappelijke beschouwingen over de factoren die de leefbaarheid van het initiatief op lange termijn hebben ondermijnd, hangt er wel aan voor de moeite. Ik zou hiermee tientallen pagina's kunnen vullen [1], maar ik heb hier helemaal geen zin in. Ik wil op deze dag namelijk een heel ander punt aanhalen.
Ik krijg regelmatig de vraag of ik niet eens een reünie van de 'oude Clockwork-kliek' wil organiseren. Het antwoord is en blijft een kort maar duidelijk 'neen'. Ik kan hier zelfs aan toevoegen dat ik daar zelf niet eens naartoe zou willen gaan.
Heb ik dan geen enkele binding meer met de ideeën die mij en de andere oprichters destijds bezielden? Wil ik mij dan distantiëren van een verleden dat ik zelfs met de beste wil ter wereld niet eens op een geloofwaardige manier zou kunnen ontkennen? Heb ik dan afstand genomen van mijn eigen ideologische overtuigingen en van de undergroundscene waar ik destijds een trots lid van was? Voel ik dan geen enkele vriendschap of sympathie meer voor die tientallen andere mensen die zich toen voor het jeugdhuis hebben ingezet?
Natuurlijk niet, integendeel zelfs. Ik sta nog altijd achter de idee van een niet-commercieel alternatief voor de plaatselijke horeca, die het op een paar uitzonderingen na enkel om de centen en niet om de mensen te doen is. Ik ken mijn eigen verleden en ik ontken helemaal niets. Ik voel me nog altijd meer thuis in de underground dan in de mainstream en dat uit zich hopelijk ook in de muziekkeuze tijdens mijn DJ-sets. Mijn ideologische overtuigingen zijn niet meer dezelfde als toen. Ik ben, in tegenstelling tot wat het cliché zegt, volgens mij [2] zelfs nog linkser dan toen.
En tot slot reken ik heel wat mensen die er toen bij waren nog steeds tot mijn goede vrienden. Ten bewijze hiervan vermeld ik hier graag de enige nog functionerende afdeling van de oude vzw, de ondertussen internationaal beruchte quizploeg Clockwork, ondertussen trouwens ook al een hele tijd eerste in de Vlaamse quizranking en nog steeds grotendeels uit jeugdhuisleden van het eerste uur samengesteld [3].
Waarom wil ik dan de organisatie van een reünie niet eens overwegen? Wel, ik heb hiervoor vijf redenen. Vaak hebben mensen aan een enkele reden al genoeg om een idee niet uit te voeren.
Ten eerste, wie een reünie organiseert, geeft de indruk dat hij iets te vieren heeft. Normaal gezien, worden enkel overwinningen herdacht [4]. De Fransen hebben geen 11-juliviering en zwarte families in de VS houden geen banket ter herdenking van de dag waarop over-over-overgrootvader door slavenhandelaars op een schip werd gezet. Ik heb niets te vieren. We hebben destijds een jeugdhuis opgericht, maar we hebben het ook weer zien sluiten. We hebben het zelfs geen volle vijf jaar weten vol te houden.
Ten tweede, als er dan toch zo veel vraag naar een reünie zou zijn, vind ik het vreemd dat niemand een reünie heeft georganiseerd of in de nabije toekomst wil organiseren. Blijkbaar kijken bepaalde mensen hiervoor naar mij en kijken andere mensen hiervoor naar helemaal niemand. Als een initiatief enkel en alleen van mijn bereidwillige medewerking afhangt, is er eigenlijk geen publiek voor. Ik ben niet zo naïef mijn ego hieruit te laten afleiden dat ik blijkbaar onvervangbaar ben. Iedereen kan een reünie op poten zetten. De organisatorische kwaliteiten van de initiatiefnemer bepalen enkel hoe geslaagd die dag wordt, niet of die dag effectief plaatsvindt.
Ten derde, aangezien er volgens mij toch niet voldoende vraag naar een reünie is, ben ik er helemaal niet zo zeker van dat dit evenement een succes zou worden. Niets lijkt me zo zielig als na twintig jaar een grootse herdenking in te richten waar vervolgens maar een paar mensen op afkomen. Dan laat ik eenieders herinneringen liever zonder deprimerende epiloog voortleven.
Ten vierde, ik vraag me af waaruit een dergelijke reünie zou moeten bestaan. Over een eigen locatie beschikken we uiteraard niet meer. Moet ik dan een zaal huren, wat DJ's en bands inhuren en wat gratis vaten op het programma zetten? Als de mensen muziek willen horen en zich samen willen bezatten, krijgen ze daar volgens mij sowieso al voldoende kansen toe. Ik kan niets bedenken dat elders niet te vinden of te krijgen is en dat aan deze dag of nacht toch een meerwaarde zou bieden.
Ten vijfde, een mogelijke repliek op het vorige punt kan er natuurlijk uit bestaan te wijzen op de aanwezigheid van allerlei mensen die men al langt niet heeft gezien of gesproken. Dit is tenslotte ook een vast bestanddeel van het hele reünieconcept. Alleen zit ik daar ook niet met enthousiasme op te wachten. Ik romantiseer het verleden niet. Ik herinner me goed genoeg dat bepaalde mensen die het jeugdhuis frequenteerden helemaal geen zuivere bedoelingen hadden. We hebben met die mensen genoeg ellende gehad. Ik zit er dan ook helemaal niet op te wachten hen weer te zien en tijdens een reünie een gezellige babbel met hen te houden. Een reünie waarop die mensen aanwezig zijn, wil ik zelf niet eens bijwonen. Om dat te vermijden, zou ik als organisator zelf een lijst moeten opstellen van mensen die wel of niet binnen mogen en daar wil ik me dus niet mee bezighouden.
Hiermee is natuurlijk niet alles gezegd. Ik hoop van harte dat ooit een nieuwe generatie jongeren voldoende moed en zin voor initiatief aan de dag zal leggen om een jeugdhuis in de binnenstad te openen. Ik hoop dat de mentaliteit van onze samenleving ooit opnieuw minder repressief zal worden en jongeren weer de kans zal bieden een dergelijk initiatief te nemen. Ik hoop dat de heersende obsessie met de vrije markt ooit voldoende aan banden zal worden gelegd om het mensen mogelijk te maken weer betaalbare (handels-)panden in de binnenstad te vinden. Ik hoop dat de jongeren die het uiteindelijk op zich zouden nemen een nieuw jeugdhuis op te richten bereid zijn onze fouten niet te herhalen en ik hoop dan ook dat hun jeugdhuis eeuwen mag blijven voortbestaan. Als ze behoefte aan inhoudelijk advies, leuke verhaaltjes of oeverloos geëmmer over het verleden hebben, mogen ze me altijd contacteren. Daar ben ik dan wel toe bereid.
---------------
[1] Wat ik destijds ook heb gedaan, overigens, meer bepaald met een artikelenreeks in het interne maandblad van het jeugdhuis 'Het Klokje'. Wie nog exemplaren wil, moet het maar laten weten. Ik denk dat ik op zolder nog een paar nummers heb liggen.
[2] Maar aangezien het niet gemakkelijk is een objectief oordeel over uzelf te vellen, is dit allicht voor discussie vatbaar.
[3] Kijk zelf maar: http://www.clockworkquiz.be/wiezijnwe.php .
[4] Die onnozele Serviërs moeten hier natuurlijk weer een uitzondering op vormen. Een van hun belangrijkste feestdagen is niet meer dan een herdenking van hun grootste nederlaag, de slag bij het Merelveld in 1389.