Malcolm lacht met de naïviteit van het Vlaams Parlement

Op woensdag 16 oktober 2019 heeft het Vlaams Parlement een resolutie goedgekeurd waarin de Turkse invasie in Syrië streng wordt veroordeeld [1]. Aan die goedkeuring is een heel debat voorafgegaan. Tijdens dat debat hebben verschillende sprekers hun afkeer uitgesproken over de schendingen van de mensenrechten, over de luchtbombardementen en de burgerslachtoffers en over zowat alles wat allemaal in de krant hebben kunnen lezen.

Deze resolutie moet volgens onze volksvertegenwoordigers een krachtig signaal geven. Blijkbaar moet dit de regering van president Erdogan ertoe brengen een diplomatisch onderhandelde oplossing voor het probleem te zoeken. Mij lijkt het onwaarschijnlijk dat dit enig effect zal hebben.

Ten eerste is het er president Erdogan niet om te doen een diplomatisch compromis te vinden. Hij heeft de oorlog tegen de Koerden nodig om zijn eigen dalende populariteit in eigen land te compenseren. Een oorlog tegen een al dan niet vermeende buitenlandse vijand is altijd goed om het volk rond een sterke leider te verenigen. Bovendien heeft dit specifiek conflict nog het voordeel dat hij de Koerdische partijen in Turkije, na zijn zuiveringsacties van de voorbije jaren zowel de enige overblijvende oppositie, monddood kan maken. Wie zich tegen de oorlog in het buitenland verzet, moet wel een volksverrader zijn.

Ten tweede heeft president Erdogan grotere plannen. Officieel wil hij ruimte creëren om de honderdduizenden Syrische vluchtelingen in Turkije te huisvesten. Lebensraum, noemen ze dat. De vraag of die Syriërs in het Koerdisch gebied willen wonen, is hen niet gesteld. Misschien zouden ze liever naar hun eigen huis terugkeren, maar dat is een optie die momenteel niet op tafel ligt. Dat hij hiervoor een etnische zuivering kan doorvoeren en na de Turkse Koerden ook de Syrische Koerden kan onderdrukken, is mooi meegenomen. Het is trouwens maar de vraag waar hij wil stoppen. Er is ook nog een Iraaks Koerdistan en zo ver ligt dat niet van Rojava af. Het leger van de Iraakse puinhoop die men enkel nog van ver als een echte staat kan beschouwen, is in elk geval niet in staat de Turkse troepen tegen te houden.

Ten derde is er nog de fascinatie van Erdogan en zijn aanhangers voor de vergane glorie van het grote Ottomaanse rijk. Ooit controleerden decadente vorsten vanuit Turkije een gebied dat tot in Egypte, Saoedi-Arabië en de poorten van Wenen reikte [2]. Die grenzen herstellen, is misschien wat te hoog gegrepen, maar kleine, weerloze slachtoffers dicht bij huis vallen wel binnen het bereik van de Turkse luchtmacht.

De Koerden zijn nu de eerste slachtoffers, maar Turkije heeft een van de grootste staande legers ter wereld en een groot gedeelte van de bevolking is fanatiek genoeg om voor het vaderland lijf en leden te riskeren. Het Midden-Oosten is natuurlijk al langer letterlijk en figuurlijk een mijnenveld waarin elke stap een nieuwe oorlog kan uitlokken, maar ditmaal is de invasie in eerste instantie gericht tegen de enige groep die wij als onze bondgenoten kunnen beschouwen.

Dit is niet Hamas, een organisatie die terecht het Israëlisch staatsterrorisme en de openluchtconcentratiekampen in de Gazastrook aanklaagt, maar tegelijkertijd ook een fundamentalistische interpretatie van de Islam aanhangt. Dit is niet de Hezbollah, die vanuit Libanon tegen Israël strijdt, maar tegelijkertijd ook het misdadig regime van Al-Assad steunt. Dit is niet Al-Qaeda of IS, organisaties waarvoor we zo veel walging voelen dat het ons niet kan schelen dat een paar militanten worden neergekogeld. Dit is de Koerdische enclave in Rojava, de enige plaats in heel het Midden-Oosten waar mannen en vrouwen volledig en ondubbelzinnig gelijkwaardig zijn, waar geen centrale leiders worden getolereerd en waar de principes van het anarchisme in de praktijk worden gebracht. Dit zijn de Koerden, die meer hebben gedaan om IS te vernietigen dan eender welke Europese politiedienst met een tienvoudig budget.

Een parlementaire resolutie waarin het geweld tegen de burgerbevolking wordt veroordeeld, mag van mij gerust het leven zien, maar ik kan iedereen garanderen dat eender welke president er hartelijk mee zal lachen. Dit haalt niets uit. Misschien moeten we eens dieper nadenken.

Ik pleit voor maatregelen die niet enkel tot doel hebben de invasie van Noord-Syrië een halt toe te roepen, maar die de val van de dictator Erdogan kunnen bespoedigen.

Ik pleit voor een onmiddellijke stopzetting van alle handelsbetrekkingen met Turkije. Turkije voert veel uit naar de EU, maar de Turkse economie is er niet goed aan toe en het is dus het juiste moment om de Turkse bedrijven een mes in de rug te steken.

Ik pleit voor de onmiddellijke uitwijzing van alle in België residerende Turken die rechtstreeks of onrechtstreeks door de Turkse overheid worden betaald. Na de zuiveringen van de afgelopen jaren is het overheidspersoneel nu toch volledig trouw aan de AKP en ons bijgevolg vijandig gezind.

Ik pleit voor de oprichting van een parlementaire commissie om, in samenspraak met experts met terreinkennis, een analyse en een plan van aanpak op te stellen om een einde te maken aan de vijfde kolonne van de AKP die Belgen van Turkse afkomst met haar neo-Ottomaanse propaganda vergiftigt, zowel online als in bepaalde moskeeën.

Ik pleit, na de publicatie van deze blogpost, ook voor gulle giften zodat ik me een nieuwe garderobe in trendy kevlar kan bestellen. Het zal niet lang meer duren voor solidariteitsacties met de Koerden door Turkse knokploegen zullen worden aangevallen en als de EU openlijk de kant van de Koerden zou kiezen, zullen de aanslagen van de Grijze Wolven ook niet lang op zich laten wachten. Het is een offer dat we bereid moeten zijn te maken.

Ik heb in dit conflict partij gekozen. Ik kan enkel hopen dat velen dat ook zullen doen.

-------------------
[1] Op de agenda stond nog een tweede voorstel van resolutie over hetzelfde onderwerp, ingediend door het Vlaams Belang. Het is weggestemd. Terecht, want ook in tijden van internationaal conflict blijft het cordon sanitaire van kracht.
[2] Als president Erdogan nostalgisch is naar de tijd der Ottomaanse sultans, mag hij wel blij zijn dat hij thuis de oudste zoon was. In vroegere tijden werden de jongere broers van een nieuwe sultan gewurgd om te vermijden dat ze tegen hem zouden samenzweren. Tradities zijn er om in ere te houden, hoor ik Turken wel eens zeggen.