Malcolm mengt zich in de discussie over de kernuitstap

Ondanks al het lawaai rond het zogenaamde Marrakech-akkoord, lijkt het er sterk op dat het klimaat het belangrijkste verkiezingsthema zal worden. Wel sterk dat een aantal jongeren erin slagen de politieke agenda te sturen enkel door nu en dan niet naar school te gaan. Wie weet hoe de wereld er had kunnen uitzien indien ik als zestienjarige ook wat meer had gespijbeld?

Dat die jongeren een sterke impact op de publieke opinie hebben, betekent natuurlijk niet dat de strijd is gewonnen. We hebben het geluk dat er in België weinig echte klimaatontkenners rondlopen en dat niet iedereen zich hier laat hersenspoelen door zenders als Fox News, maar er blijft heel wat verzet tegen de adviezen die wetenschappers al meer dan twintig jaar vruchteloos op de bureaus van allerlei belangrijke mensen leggen. Een van de meer polariserende onderwerpen dat hierbij steeds meer op de voorgrond komt, is de vraag of we  al dan niet onze kerncentrales moeten sluiten.

Aan de ene kant staan de ecologisten, aangevuld met hen die zich ondertussen overtuigd ecosocialisten noemen. Aan de andere kant staan zij die zich ecorealisten noemen. Blijkbaar kunnen ze hun eigen ideeën enkel definiëren door de geloofwaardigheid van anderen te ondermijnen, wat me altijd een teken van zwakte lijkt. Tussen hen in staat natuurlijk CD&V, de partij die vindt dat het innemen van een duidelijk standpunt op zich al een extremistische daad is. De christendemocraten noemen zich dan maar ecoparticipationisten. Willen maar niet kunnen of kunnen maar niet durven. Wie zal het zeggen?

Als er over zin of onzin van kerncentrales wordt gesproken, horen we vaak dezelfde argumenten. Ik wil het hier echter hebben over de essentie van de discussie en niet over windturbines, stroomtekorten, kernafval of megawattuurproductie. Eigenlijk gaat het er zelfs niet om hoeveel stroom alternatieve energiebronnen al dan niet kunnen opwekken en ook niet om de vraag of onze centrales nog wel betrouwbaar zijn met al die gaten en lekken waarover we waarschijnlijk nog veel te weinig horen.

Soms lijkt het wel een symbooldossier geworden. De groenen, in de brede zin van het woord, hebben zo hard voor de sluiting van de kerncentrales gepleit dat ze hier nu al wel aan moeten vasthouden. Indien ze dit standpunt plots zouden loslaten, zouden ze zich immers belachelijk maken en zouden ze veel sympathie en geloofwaardigheid verliezen. Hun tegenstanders pleiten er dan weer voor de kerncentrales open te houden om diezelfde groenen geen overwinning te gunnen. Dat lijkt de bron van al die hevige discussies, maar eigenlijk ligt de bron van het conflict nog veel dieper.

Er gaat natuurlijk veel geld om in de energiesector en de kerncentrales vormen daar geen uitzondering op. Het bouwen en onderhouden van die centrales kost fortuinen, maar gelukkig heeft Electrabel een deal met de overheid kunnen sluiten die desondanks al jaren een hoge winst garandeert. Dat de bedrijfswinst grotendeels naar de Franse hoofdaandeelhouders verdwijnt, stoort de zelfverklaarde Vlaams-nationalisten van de N-VA veel minder dan het risico op een sluiting van de centrales. De kerncentrales zijn inderdaad het voorwerp van een polariserende symbooldiscussie, maar dan vooral omdat de rechterzijde beseft dat ze bijzonder veel te verliezen heeft. Het gaat niet om wat de groenen kunnen thuishalen, het gaat om de precedentwaarde van een rechtse nederlaag op dit strijdterrein.

Wat zou het eigenlijk betekenen indien de overheid, onder druk van de bevolking, bepaalde bedrijven zou verplichten om hun belangrijkste activiteiten stop te zetten of fundamenteel bij te sturen? Dat zou betekenen dat de economie kan worden gestuurd door de bevolking, of toch minstens door haar vertegenwoordigers, in plaats van omgekeerd. Dat zou betekenen dat bedrijven de regels moeten volgen die de overheid hen opleggen in plaats van de bevolking de regels te laten volgen die de bedrijven door de overheid laten opleggen. Het is voor kapitalisten gemakkelijk alternatieve zienswijzen als socialisme, communisme en aanverwanten als onhaalbaar en onwenselijk af te schilderen, maar met een verschuiving in het kapitalistisch paradigma zelf is dat al veel moeilijker. De sluiting van de kerncentrales zou het begin kunnen zijn van een hele resem eisen die allemaal op hetzelfde neerkomen, namelijk de eis om een vraaggestuurde in plaats van een aanbodgestuurde economie en dit is voor de internationale elite werkelijk het ergst denkbare nachtmerriescenario. Men moet zich maar eens een wereld voorstellen waarin burgers zelf invloed hebben op wat er wordt verkocht in plaats van zich te moeten plooien naar wat de bedrijven willen verkopen.

Dat is de essentie van de zaak. De bevolking mag niet de indruk krijgen dat mensen kunnen aansturen hoe bedrijven zich moeten gedragen. De bevolking moet haar gedrag door de bedrijven laten sturen. De kerncentrales zijn eigenlijk vrij toevallig op de frontlinie van deze strijd terechtgekomen, maar het is dus belangrijk dat ze verdwijnen, al is het maar als een waarschuwingssignaal voor de rest van de bedrijfswereld.