De belangrijkste auteur die ons vaarwel heeft gezegd, is Hans Magnus Enzensberger. In de eerste plaats was hij een dichter, maar het zijn vooral zijn politieke essays die mij diepe inzichten hebben bijgebracht, waaronder de simpele vaststelling dat een kapitalische democratie een oxymoron is. Het streven naar constante groei leidt tot verbeterde productieprocessen, wat dan weer steeds beter geschoold personeel vergt. Die opleidingen stimuleren het denkvermogen van de bij hun geboorte maatschappelijk onwetende arbeiders en niets kan hen tegenhouden om niet enkel na te denken over de door hen bediende toestellen, maar ook over de omstandigheden waarin ze die toestellen bedienen. De vragen die ze zich stellen, zullen leiden tot een kritische ingesteldheid die het kapitalisme enkel kan overleven door ervoor te zorgen dat hun gedachten niet tot acties leiden. Antidemocratische onderdrukking wordt hierdoor een essentiële overlevingsvoorwaarde voor het kapitalisme. Zijn eigen leven was hier trouwens een mooie illustratie van. In zijn kindertijd groeide hij op als de buurjongen van Julius Streicher, de vooraanstaandste der nazi-propagandisten en een van de weinige niet-militairen die tijdens het Proces van Nürnberg ter dood zijn veroordeeld. Totaal geïndoctrineerd trad hij als jonge tiener toe tot de Hitlerjugend om vervolgens na enkele weken aan de deur te worden gezet wegens een gebrek aan volgzaamheid en discipline. Het was een leerrijke ervaring, want hij heeft zich de rest van zijn lange leven zeer assertief tegen elk totalitair regime uitgesproken.
Wereldberoemd was hij niet, maar in Italië overleed de schrijver Boris Pahor, op dat moment met 108 jaren op de teller de oudste nog levende overlevende van de concentratiekampen. Het gaat dan natuurlijk om de Duitse kampen tijdens de Tweede Wereldoorlog en niet om, bijvoorbeeld, het Australisch concentratiekamp voor ongewenste migranten op het eiland Nauru.
De Nederlanders, Calvinistische uitvinders van het moderne kapitalisme, zijn natuurlijk niet tevreden met een enkel overlijden. Het moet altijd nog iets meer zijn. Eerst overleed Remco Campert, schrijver van prachtige romans vol ironie en taalspelletjes als 'Het leven is vurrukkulluk' of 'Liesje in Luitterland', waarin hij heel wat van zijn tijdgenoten door zijn satirische vleesmolen haalde. De laatste jaren schreef hij eigenlijk enkel nog krantencolumns, maar zijn scherpe pen zal desondanks door velen worden gemist. Iets later konden ze opnieuw droevig kijken naar aanleiding van het overlijden van Jeroen Brouwers. Brouwers bracht zijn prille kinderjaren, overigens net zoals die andere bekende Nederlander Boudewijn De Groot, door in een Japans gevangenenkamp in de voormalige kolonie Indonesië, maar in België staat hij natuurlijk vooral bekend als de eigenaar van een illegaal gebouwd huis in een natuurgebied in Zutendaal, dat hij op bevel van de rechtbank heeft moeten laten slopen.
Wie een doctoraatsthesis met een titel als 'Electrochemical oscillations of the silicon anode' schrijft, kijkt meestal uit naar een academische carrière, maar Barbara Ehrenreich koos voor een bestaan als schrijfster. Ze focuste vooral op de sociale onrechtvaardigheid in de samenleving, waarvoor ze onder meer eens probeerde enkele maanden rond te komen met het minimumloon, omgerekend 6,59 euro bruto per uur oftewel ongeveer 52,70 euro bruto voor een werkdag van acht uren en ongeveer 1.054 euro bruto per maand. Haar conclusie was dat dit enkel mogelijk is als men twee voltijdse jobs combineert, wat in eenoudergezinnen automatisch neerkomt op kinderverwaarlozing.
Tot slot melden we nog het overlijden van Jack Higgins, de auteur van tientallen succesvolle spionagethrillers als 'The eagle has landed'. Higgins is beginnen schrijven omdat het te onveilig was om het ouderlijk huis te verlaten. Hij groeide niet op in Bagdad, Damascus of Kiev, maar in Belfast, toen een veel gevaarlijker plek dan eender welke stad in Oost-Europa of het Midden-Oosten.