In eigen land werd gejuicht om de langverwachte dood van Michel Verschueren, een extreemrechtse ritselaar die zich tot manager van RSC Anderlecht had weten op te werken, wat hem in 1984 enkele dagen in de gevangenis heeft opgeleverd wegens zijn betrokkenheid bij een omkoopschandaal. Een van zijn beruchtste uitspraken was dat “staken voor luieriken is”, wat hem niet echt in dank werd afgekomen door de trouwe Anderlechtsupporters die op dat ogenblik staakten tegen de sluiting van de fabriek van Renault in Vilvoorde.
In India sprak Sandeep Singh Sandu zich zeer expliciet uit tegen het gebruik van drugs en doping door leden van kabaddi-teams. Hij kreeg hiervoor erkenning, onder meer van de plaatselijke drugsdealers, die hem twintig kogels in het hoofd en de borst schonken. Nu moeten we alleen nog opzoeken wat voor sport kabaddi zou kunnen zijn.
In Brazilië en ver daarbuiten stemde het overlijden van Edson Arantes do Nascimento, bijgenaamd Pelé, velen droevig. Hij was natuurlijk een sportieve legende en een van de succesvolste voetballers aller tijden, maar we mogen niet vergeten dat hij zich ver van politiek hield en zich nooit heeft gemengd in de protesten tegen opeenvolgende dictators en corrupte regeringen. Hoewel hijzelf in bittere armoede was opgegroeid, was zijn eigen carrière blijkbaar belangrijker dan het lot van zijn landgenoten.
In datzelfde Brazilië rouwde men dan weer amper om de dood van Maiquel Falcao, een op het eerste gezicht gevaarlijke expert in de zogenaamde mixed martial arts (MMA), die ooit door een razende meute in het ziekenhuis werd geschopt omdat hij een meisje dat niet op zijn avances wilde ingaan een mep in het gezicht had verkocht. Hij werd uiteindelijk neergestoken. Had hij een mes bij zich gehad, had men hem volgens liefhebbers van populaire gezegden waarschijnlijk neergeschoten.
Brazilië is overigens geen veilig land voor topsporters, want ook achtvoudig wereldkampioen jiu-jitsu Leandro Lo overleefde het niet. Het gerechtelijk onderzoek is nog niet afgerond, maar het lijkt er wel op dat hij in het hoofd werd geschoten door een politieagent die op het moment van de feiten eigenlijk niet eens van dienst was. Een motief hoeven we niet ver te zoeken, want in Brazilië is iedereen die zelf geen agent is een mogelijk doelwit van hun kogels.
In de VS overleed de enige echte John Rambo, die nooit in een gevangenenkamp van de Vietcong, maar wel in een paar succesvolle basketploegen had gezeten.
De oorlog in Oekraïne heeft overigens nog een onverwacht positief neveneffect. Naast een boel nietsvermoedende Russische tieners die officieel niet eens over een oorlog mochten spreken, zijn aan de andere kant van de frontlinie namelijk ook heel wat extreemrechtse militanten gesneuveld, zoals bijvoorbeeld Maksym Kagal, officier in de Azov-brigade en ooit nog wereldkampioen kickboksen, een sport die hij ongetwijfeld vooral op linkse journalisten, holebi's of vreemdelingen uitoefende. Hun vaderland kan blij zijn. Eerst hebben ze het verdedigd, maar na de oorlog zal de bevolking ook geen last van hen meer hebben.
Het belangrijkste overlijden in de sportwereld is evenwel de al lang verwachte laatste adem van het moreel besef in het voetbal. Niet enkel is de toekenning van het wereldkampioenschap aan Qatar ondertussen het onderwerp van een internationaal fraudeonderzoek, maar daarnaast lijkt geen enkele voetballer zich te bekommeren om het lot van de tienduizenden moderne slaven die door de plaatselijke overheid zijn misbruikt om in een woestijn openluchtstadions met airco te bouwen terwijl de rest van de wereld vergadert over een reductie van het energieverbruik.