Europese Politiek
Het is in deze geglobaliseerde tijden natuurlijk niet heel zinvol te doen alsof de grote barrières van vroeger nog steeds overeind staan. In het licht van handelsverdragen, proxy-oorlogen, vluchtelingenstromen, internethypes en klimaatrampen is politiek net even grensoverschrijdend geworden als de nieuwe pandemie die ons ooit zal bereiken, misschien zelfs in 2024.
Een zekere opdeling dringt zich echter op, al is het maar om de lezer nog de nodige tijd te gunnen om de restjes van het zoveelste familiefeest te verorberen.
In eigen land overleed Vic Anciaux, die als voorzitter van de Volksunie moest aftreden nadat zijn partij in 1978 een serieuze verkiezingsnederlaag had geleden. De partij werd namelijk opeens een pak kleiner toen de extreemrechtse vleugel zich afscheurde om het Vlaams Blok te vormen, een overstap die Anciaux zelf nooit zou overwegen. In die tijd waren er nog progressieve Vlaamsgezinden die geloofden in de democratie, de dialoog en een open samenleving. Nu zijn die er niet meer.
Iets verder in datzelfde land stierf ook Charles-Ferdinand Nothomb, boegbeeld van de oude PSC en door zijn eigen familie, in het bijzonder zijn schrijvende achternicht Amélie Nothomb, als een conservatieve loser beschouwd. Er werd de afgelopen maanden wel eens gediscussieerd over de vraag of Vincent Van Quickenborne na de vermoedelijk te voorkomen moord op twee Zweedse voetbalsupporters al dan niet ontslag moest nemen als minister van Justitie. Nothomb was minister van Binnenlandse Zaken ten tijde van het Heizeldrama, waarna 39 lichamen naar het mortuarium mochten worden verplaatst. Hij heeft toen geen ontslag genomen.
Lionel Vandenberghe was gedurende dertien jaar voorzitter van het IJzerbedevaartcomité, een separatistische organisatie die de herdenking van de Eerste Wereldoorlog gebruikte om voor een onafhankelijk Vlaanderen te strijden, alsof dat voor onze voorouders in de loopgraven belangrijker was dan het volgende artilleriebombardement overleven. Het zegt genoeg over ons land dat extreemrechtse organisaties en politici zelfs deze overtuigde Vlaams-nationalist te soft vonden en zich hebben afgescheurd. Zij organiseren sinds 2003 de zogenaamde IJzerwake, in de praktijk de algemene vergadering van neonazi-groeperingen uit elke Europese lidstaat.
De West-Vlaming Karlos Callens zetelde vanaf 2002 in het Vlaams Parlement, waar hij als goede liberaal uiteraard de belangen van de ondernemers behartigde of zoals hij het met een kenmerkende beheersing van onze taal zelf stelde: “Het is niet zo dat de VLD zo maar tegen vervennootschappeling is”. Hij werd in 2004 en in 2009 herverkozen.
Officieel was zijn niet actief in de politiek, maar de aandachtige kijker wist wel waar het hart van Martine Tanghe lag. Door de rechtse krachten die ondertussen onze openbare omroep volledig in handen hebben, was zij 'Rode Martine', een doorn in het oog van de partijen en mandatarissen die ongelijkheid en onrecht als streefdoelen beschouwen. Het Vlaams Belang noemt de VRT nog steeds een rood bolwerk vol linkse ratten, maar daar valt in de praktijk weinig van te merken. Ex-journalisten, voor zover ze die naam waardig waren, die de nieuwsdienst voor de politiek hebben ingeruild, zijn in elk geval zelden bij linkse partijen terechtgekomen. Ivo Belet vertrok naar CD&V, Dirk Sterckx naar Open Vld en Jan Becaus zocht bij de N-VA het gezelschap van Siegfried Bracke op. Misschien vindt het Vlaams Belang het gewoon niet plezant dat geen enkele journalist hun standpunten wil verdedigen, maar misschien zijn hun standpunten ook moeilijk verdedigbaar voor iemand wiens job het is de feiten te observeren.
In Duitsland overleed Wolfgang Schaüble, gewezen minister en partijvoorzitter, een van de sterke figuren van de CDU sinds de tijd van de nooit voor zijn betrokkenheid bij illegale partijfinanciering veroordeelde Helmut Kohl.
Het is moeilijk hem in een vakje onder te brengen, behalve dan in Griekenland. Als vertegenwoordiger van het machtige Duitsland kon hij de Griekse Regering besparingen opdringen die de bevolking tot de armste van de EU hebben herleid. Hij ging zelfs verder dan het IMF, toch ook niet de meest sociale organisatie ter wereld, zelf voorstelde en hij wist heel goed wat het effect van de austeriteit zou zijn. Uit nadien uitgelekte documenten bleek immers dat het zijn expliciete bedoeling was de Griekse bevolking zo wanhopig te maken dat ze voor een vertrek uit de EU zouden kiezen. Dat vertrek moest dan dienen om alle andere Europese lidstaten duidelijk te maken welke regels ze te volgen hadden. Alleen is Syriza niet in de val getrapt en werd zijn dood in de straten van Athene als schitterend nieuws onthaald.
Ook in eigen land was Schaüble niet onbesproken. Enerzijds was hij een groot verdediger van de EU en verbood hij als minister verschillende neonazistische organisaties. Anderzijds wilde hij de Duitse politie ongeziene macht geven, inclusief het recht de leiders van terroristische organisaties zonder enig proces te vermoorden en het recht potentiële verdachten in terrorismeonderzoeken de toegang tot het internet of digitale communicatie te ontzeggen, maar hij is daarvoor passend gestraft door een hackerscollectief dat zijn vingerafdrukken in downloadbare vorm gratis online heeft gezet.
Dit staat in fel contrast met de Franse sociaaldemocraat Jacques Delors, gewezen voorzitter van de Europese Commissie. Als Robert Schumann zaliger de architect van de EU was, moeten we Delors, als drijvende kracht achter het Verdrag van Maastricht, als de designer van het interieur beschouwen. De man was, zeker voor een tijdgenoot van president Mitterand, zeer gematigd en is nooit de strijd met de kapitalistische ideologie aangegaan, maar hij wist er wel in te slagen in de fundamenten van het Europees beleid enkele sociale accenten te verankeren en in tegenstelling tot Schaüble beschouwde hij een sociaal bloedbad niet als een trofee. Delors was, ondanks al zijn inschikkelijkheid ten aanzien van de vrije markt, een echte Europeaan, een titel die in deze tijden van Eurosceptici wel iets betekent.
In het nabijgelegen Zwitserland overleed Dick Marty, een naam die laat vermoeden dat een besnord pornoacteur ons is ontvallen, maar in feite gaat het om een onderzoeksrechter die enkele zeer belangrijke internationale dossiers heeft behandeld.
Marty leidde het Europees onderzoeksteam dat heeft bewezen dat de CIA, zwaar in strijd met de Europese Verklaring van de Rechten van de Mens, in Polen en Roemenië folterkampen had opgezet, iets wat die lidstaten natuurlijk eerst in alle toonaarden tevergeefs hebben ontkend.
Marty leidde ook het onderzoek naar de handel en wandel van Hashim Thaci, de voormalig premier van Kosovo die zichzelf uiteraard onschuldig vond en elke mogelijke aantijging omschreef als racisme tegen Albanezen. Marty heeft echter voet bij stuk gehouden en de man wordt nu vervolgd voor het vermoorden van mensen om hun organen op de zwarte markt te verhandelen.
Marty heeft ook zware inspanningen geleverd om voor de hele EU een wettelijk kader voor euthanasie op te stellen en om internationale bedrijven met een hoofdkwartier in Zwitserland te dwingen zich wereldwijd aan de mensenrechten te houden. De Zwitserse bevolking zag dat amendement bij hun Grondwet wel zitten, maar de tegenstanders hadden net genoeg politieke meerderheid op kantonaal niveau om dit initiatief tegen te houden, want de stem van hun eigen kiezers weegt uiteraard minder zwaar door dan de inkomsten die al die hoofdkwartiers van multinationals de Zwitserse staatskas opleveren.
In Italië rouwen sommigen om de dood van miljardair Silvio Berlusconi, vooral bekend om belastingontduiking, seks met minderjarige prostituées, belangenvermenging, intimidatie van de pers en zijn steunbetuigingen aan andere Grote Leiders als Poetin, Netanyahu, Erdogan of Lukashenko, aangevuld met het nodige eerbetoon aan de geweldige prestaties van Il Duce Mussolini. Hij beschouwde zichzelf niet als een fascist, maar iedereen kan zich natuurlijk vergissen. Een overzicht van wat deze gewezen crooner op cruiseschepen allemaal heeft mispeuterd, zou werkelijk te lang worden, maar het ergste is ongetwijfeld dat hij extreemrechts alle kansen heeft gegeven om zich te ontplooien en als eerste sinds 1945 neofascisten in een Europese regering heeft toegelaten. Dat betekent natuurlijk niet dat hij een dictator was, want hij werd elke keer opnieuw verkozen, wat weer eens aantoont dat veel mensen in Zuid-Europa heimwee voelen naar de tijd waarin het beeld van de stoere man meer betekende dan de lessen die de geschiedenis ons kan leren.
De Italiaanse anarchist Alfredo Bonnano nam zijn eigen principes dan weer wel ernstig en koos consequent voor de directe actie, zoals het plegen van overvallen om de revolutie te financieren. Zo werd hij op 72-jarige leeftijd nog gearresteerd voor een gewapende overval in Griekenland. Volgens hem moeten anarchisten overal ter wereld autonome kernen oprichten die vervolgens kunnen samenwerken met elkaar, maar ook met niet-anarchisten. Hij was er immers van overtuigd dat anarchisten die enkel met andere anarchisten samenwerken uiteindelijk vervallen in een elitair denken dat enkel de betrokkenen dient.
Iets later overleed ook Antonio Negri, gerenommeerd filosoof en volgens velen het intellectuele brein achter de Rode Brigades. Volgens Francesco Cossiga “Negri poisoned the minds of an entire generation of Italy's youth”, maar aangezien dit de woorden van een voormalig christendemocratisch president zijn, kan men ze even goed als een compliment beschouwen. Negri werd uiteindelijk veroordeeld tot 30 jaar gevangenisstraf, maar zat slechts enkele jaren in de cel. Hij wist immers naar het veilige Frankrijk te vluchten, waar de ondertussen al door velen vergeten Mitterand-doctrine van kracht was en extreemlinkse Italianen die voor terroristische daden waren veroordeeld haast automatisch asiel kregen.
In Griekenland is de monarchie na een referendum in 1973 afgeschaft en nu is ook de laatste koning, Konstantinos II, niet meer. Opvallend is wel dat hij de enige koning in de moderne geschiedenis was die naast zijn kroon ook een Olympische gouden medaille had liggen, een combinatie die eigenlijk wel past bij iemand die in Athene werd geboren.
In Frankrijk overleed Adolfo Kaminsky, maar over zijn identiteit kan wel wat worden gediscussieerd, want de man was gespecialiseerd in het vervalsen van paspoorten. Tijdens de Tweede Wereldoorlog deed hij dat vooral om Joden uit de handen van de Duitse bezettingsmacht te houden, maar na de oorlog diversifieerde hij zijn diensten tot zowat iedereen die bij antikoloniale oorlogen was betrokken, van Amerikaanse deserteurs tot Algerijnse guerillero's, bij hem terechtkon. Hij heeft ook tal van paspoorten vervalst voor Joden die naar het toen nog Britse Palestina wilden migreren, maar heeft dat wel opgegeven na de oprichting van de Joodse staat, waarin de rabbi's volgens hem veel te veel macht opeisten.
In Ierland overleed Rita O'Hare, een fervente aanhangster van Sinn Fein die ooit nog werd gearresteerd voor de moordpoging op een Britse militair. Hoewel de Britse Justitie haar graag in de cel zag, riep de Ierse Regering de zogenaamde 'political offence exception' in en dat is een mooie gelegenheid om even op te merken dat het toen nog gloednieuwe België in 1833, decennia voor de Conventie van Génève, het eerste land ter wereld was met een wet die de regering toeliet verdachten niet uit te leveren indien ze in een ander land om politieke redenen zouden worden vervolgd. De Belgen namen hun rol als pioniers zeer ernstig, want enkele jaren later weigerde de Belgische Regering twee Fransen uit te leveren die hadden geprobeerd Napoleon III te vermoorden. Wie denkt dat het debat over politieke vluchtelingen in ons land een recent verschijnsel is, kan maar best even nadenken over zijn volgende populistische uitspraak.
Finbar Cafferkey had ook de Ierse nationaliteit, maar hij sneuvelde wel in Oekraïne. Na jarenlange deelname aan allerlei campagnes tegen multinationals in eigen land vond deze ex-militair het zijn plicht de onderdrukten in andere landen te steunen en zo belandde hij, na een tijdje vluchtelingen op Griekse eilanden te hebben geholpen en in Rojava met de YPG tegen IS te hebben gevochten, aan het Oekraïense front. Dat is natuurlijk een gevaarlijke plek en zo sneuvelde hij vlakbij Bakhmut, overigens zij aan zij met Britse en Amerikaanse anarchisten wiens activiteiten in onze media niet vaak aan bod komen. Opvallend is wel dat een van zijn Ierse vrienden werd gevraagd naar Ierland af te zakken om de familie het nieuws van het overlijden te melden voor het in de media zou verschijnen. De man wilde deze taak zeker uitvoeren, maar werd in de luchthaven London Heathrow meteen als terrorist gearresteerd. Aangezien er uiteraard geen zaak tegen hem kon worden aangespannen, werd hij de dag nadien weer vrijgelaten, maar zijn telefoon en zijn laptop, waarop veel contactgegevens van strijdmakkers stonden, heeft hij nooit teruggekregen. Niemand weet wat de Britse overheid met deze informatie precies van plan is.
Wat Noord-Ierland betreft, heeft het Britse establishment natuurlijk wel meer op de kerfstok. Zo overleed eind dit jaar Derek Wilford, in 1972 commandant van het eerste bataljon parachutisten en gestationeerd in Belfast. Wilford had veel zin de katholieke relschoppers eens te tonen wie nu werkelijk de baas was en negeerde de bevelen van zijn rechtstreekse bevelhebber door zijn troepen naar voren te sturen, wetende dat ze met stenen zouden worden bekogeld en goed wetende hoe ze daarop zouden reageren. Een paar uren later hadden zijn troepen 26 ongewapende betogers doodgeschoten en werd de term 'Bloody Sunday' voor altijd een deel van de Ierse geschiedenis. Het jaar nadien kreeg hij van Elizabeth II, om wiens dood vorig jaar sommigen zelfs een traan hebben gelaten, de prestigieuze onderscheiding Order of the British Empire.
In datzelfde FUK, the Formerly United Kingdom, werd een hartaanval Alan Budd fataal. De man maakte als economist deel uit van de eerste regering van de nooit voor haar misdaden aangeklaagde Margaret Thatcher, iets waarover hij later met enige spijt verklaarde dat “Thatcher's actual goal might have been to deliberately raise unemployment in order to reduce the strength of the working classes and re-create a reserve army of labour to allow capitalists to make high profits”.
Budd was overigens niet de enige gewezen minister van Thatcher die het geprivatiseerd loodje heeft gelegd. Iets later was het de beurt aan Nigel Lawson, vader van de bekende televisiekok en als minister van Energie de man die de koolmijnen heeft gesloten. De daaropvolgende mijnwerkersstaking was geen spijtig gevolg van deze beslissing, maar eigenlijk het primaire doel, want het gaf de conservatieve regering de mogelijkheid de vakbonden met volle kracht aan te vallen en financieel te ruïneren, wat nog veel belangrijker was dan een voorbijgestreefde koolontginning te stoppen. Steenkool is natuurlijk een zeer vervuilende energiebron, maar dat speelde geen rol in deze discussie, want Lawson bleef tot aan zijn dood een notoir klimaatopwarmingsontkenner.
Margaret P. Arrowsmith was een van de originele oprichters van de Campaign for Nuclear Disarmament en kende de Britse overheid op haar eigen manier dan ook zeer goed. Ze zat meermaals in de gevangenis voor haar acties, waaronder een oproep aan Britse rekruten om te weigeren in Noord-Ierland te vechten. Haar vader, van beroep predikant, stoorde zich enorm aan zijn lesbische dochter en liet in zijn testament opnemen dat ze enkel kon erven indien ze met een man was getrouwd. Na zijn overlijden leidde deze clausule ertoe dat Arrowsmith snel met een man trouwde en letterlijk de dag nadien al een echtscheidingsverzoek indiende. Het ouderlijk plan was verijdeld, een deel van het familiefortuin verhuisde naar diverse controversiële organisaties zonder respect voor de gevestigde orde en Arrowsmith was weer beschikbaar voor de plaatselijke barricades.
Tot slot overleed ook Mohammed Fayed, die zichzelf een tijdje Al-Fayed noemde. Hoewel deze Egyptische ondernemer zijn zaken liever achter de schermen regelde, eiste zijn ego toch veel aandacht op. Hij was getrouwd met de zus van de Arabische wapenhandelaar Adnan Khashoggi, overigens de oom van de later door de geheime politie van datzelfde land vermoorde journalist Jamal Khashoggi, en werkte samen met de Haïtiaanse dictator Papa Doc Duvalier. Hij betaalde Britse conservatieve politici smeergeld om zijn vragen in het Brits parlement te stellen, wat tot het ontslag van twee volksvertegenwoordigers en een minister zou leiden. Hij bezat onder meer de prestigieuze Londense winkel Harrod's en de voetbalploeg Fulham FC, maar was wel zeer kwaad toen de supporters en het bestuur van die club het door hem geschonken standbeeld van Michael Jackson niet echt wisten te appreciëren. Hij riep de Schotten op voor de onafhankelijkheid te kiezen en voegde er meteen aan toe dat hij klaarstond om hun nieuwe president te worden.
Zijn grootheidswaanzin ging echter nog veel verder, want hij heeft zijn zoon Dodi aangespoord een relatie met de toen net gescheiden prinses Diana Spencer te beginnen, met als enige doel een adellijke titel aan de familie te kunnen toevoegen. Dat is niet goed afgelopen, maar volgens hem was het dodelijke ongeval in Parijs uiteraard niets minder dan een complot tegen zijn familie.