Over de teloorgang van ons politiek systeem

Ik ga er geen doekjes om winden. In mijn ogen is Vlaanderen geen echte democratie meer. De huidige kieswetgeving en een aantal zogenaamde flankerende maatregelen, die overigens als iets geheel anders worden gecamoufleerd, maken het kleinere partijen onmogelijk iets te bereiken en dienen enkel om de machtsposities van een aantal gevestigde waarden te bestendigen. De huidige kieswetgeving omvat onder meer een kiesdrempel van 5 percent. Dit betekent dat nieuwe partijen, die per definitie klein[1] zijn, er niet voldoende aan hebben hier en daar een behoorlijk resultaat te boeken. Ze moeten onmiddellijk een score halen die inhoudt dat ze meer dan 5 percent van de kiezers aan haar kant weet te scharen. Dit percentage lijkt op het eerste gezicht laag, maar in de praktijk is dit zeer moeilijk. Voor elke honderd inwoners moeten er vijf worden overtuigd. Begin er maar aan, als kleine organisatie zonder gewoontestemmers, zonder vertrouwde naam, zonder vlotte toegang tot de media, met een beperkt budget, waarschijnlijk zonder een hele reeks bekende boegbeelden, met een beperkte vrijwilligersploeg en waarschijnlijk zonder al te veel ervaring met campagnevoering.

Op zich lijkt de invoering van een kiesdrempel een geschikt middel om de zogenaamde versnippering van het politieke landschap, vooral veroorzaakt door het uiteenvallen van partijen en daarna van kartelformules, tegen te gaan. De vraag is echter of die versnippering wel moet worden tegengewerkt. Misschien is een versnipperd politiek landschap een veel natuurlijker weergave van wat onze bevolking denkt dan het huidig denken in grote machtsblokken.

De kiesdrempel is trouwens geen alleenstaande maatregel. De weigering van de gevestigde orde om een breed publiek debat over de eventuele invoering van een nationale kieskring te voeren, kan gerust worden geïnterpreteerd als een uiting van vrees dat de meerderheid die idee wel ziet zitten. De uitbreiding tot een nationale kieskring zou de machtsverhoudingen in dit land natuurlijk ernstig kunnen beïnvloeden en zou de splitsing van het infame arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde tot een academische oefening reduceren.

Daarnaast is vorig jaar nog eens beslist om de Uitzendingen door Derden op de openbare omroep te schrappen. Nu weet ik ook wel dat deze programma’s doorheen de jaren vooral door hun saaiheid, amateuristisch camerawerk en armtierige inhoudelijke waarde werden gekenmerkt. Enkel Roodvonk, destijds door Marcel Van Thilt gepresenteerd en haast integraal op tegendraadse jongeren gericht, vormde een uitzondering. De totale verdwijning van de Uitzendingen door Derden houdt echter in dat partijen het weer wat moeilijker hebben om hun standpunten op een gemakkelijke manier aan een breed publiek voor te stellen. Natuurlijk hebben ze allemaal een website, of zelfs meer dan een. Natuurlijk hebben ze ledenbladen, hangen ze nu en dan wel eens affiches op en verdelen ze pamfletten en ander propagandamateriaal. Ledenbladen brengen echter geen nieuwe kiezers op. Websites worden enkel door geïnteresseerden bezocht. Pamfletten belanden meestal rechtstreeks in de papiermand[2]. Televisie-uitzendingen werden misschien niet door iedereen bekeken, maar werden ook niet per definitie afgezet.

Ik ben in elk geval voor een versplinterd parlement, waarbij veel partijen de kans krijgen hun ideeën via de televisie en andere media aan het volk voor te leggen. Een versplinterd parlement, dat alle binnen onze samenleving levende stromingen vertegenwoordigt, kan gerust twintig fracties tellen. Een minimalistisch regeerakkoord moet het mogelijk maken over verschillende onderwerpen, die niet cruciaal zijn voor de coherentie binnen de regering, debatten zonder voorafgaand akkoord te voeren en wisselmeerderheden in het leven te roepen.

Partijen die zich in een dergelijk politiek spectrum willen onderscheiden, zullen zich de moeite moeten getroosten duidelijke standpunten in te nemen en degelijke argumenten te gebruiken. Bovendien zal de zoektocht naar partners om een bepaald voorstel goedgekeurd te krijgen meer moeite kosten dan een verwijzing naar een jaren voordien afgesloten regeerakkoord.

Mij lijkt deze hervorming noodzakelijk om de debatten weer te laten voeren waar ze thuishoren, namelijk in het licht van de schijnwerpers van een publieke opinie die zich wel degelijk vertegenwoordigd weet door een van de talrijke politieke partijen die zich, onder druk van de omstandigheden, tegelijkertijd genuanceerd en duidelijk moeten opstellen.

Ik weet wel dat de kans klein is dat de machthebbers van ons land zich door dit stukje tekst laten overtuigen om plots heel onze politieke cultuur om te gooien, maar dat ontslaat mij niet van mijn verantwoordelijkheid het hier te publiceren. In de huidige omstandigheden zijn we slechts anderhalf jaar verwijderd van de definitieve terugkeer naar de politieke constellatie van het einde van de negentiende eeuw. Aangezien ik het niet zie zitten alle verwezenlijkingen van de vorige decennia overboord te zien gooien, kan ik enkel pleiten voor een grotere politieke bewustwording, zelfs als dit velen saai in de oren klinkt. Het is een droef lot, maar de peilingen verantwoorden mijn daden.

----------
[1] Eigenlijk zijn ze per definitie onbestaande als parlementaire fractie. Anders zouden het natuurlijk geen nieuwe partijen zijn.
[2] Of, in het geval de bestemmeling een sympathisant van LDD blijkt te zijn, bij het restafval.