Over verwijzingen naar de joods-christelijke tradities

Men hoort onze politici van de rechterzijde de laatste jaren vaak verwijzen naar de joods-christelijke tradities die het fundament van onze Westerse samenleving zouden vormen. Ze doen dit natuurlijk om het verschil te benadrukken tussen onze eigen cultuur en die van bepaalde allochtone groepen. De vraag is echter of deze verwijzing veel inhoudelijke waarde heeft. Volgens mij bestaat de joods-christelijke traditie amper. Er zijn natuurlijk historische raakvlakken, al was het maar omdat de eerste christenen eigenlijk afvallige joden waren, die in een door het joodse geloof gedomineerde omgeving een nieuwe religie uit de grond trachtten te stampen. Dit is echter geen reden om het over een gezamenlijk patrimonium aan tradities te hebben.

De christelijke wereld heeft zich gedurende eeuwen, van de middeleeuwen tot het einde van de 20e eeuw vooral met jodenvervolgingen beziggehouden. Dit was niet louter een kwestie, zoals ons vaak verkeerdelijk wordt voorgehouden, van haat tegenover het volk dat zogezegd de heer J. Christus aan de Romeinse ‘rechtspraak’ van gouverneur Pilatus had overgeleverd. De eerste eeuwen ging het er vooral om dat christenen omwille van hun geloof niet het recht hadden interesten op geleend geld te vragen, een belemmering op kapitaalstromen waar de Joden geen last van hadden en die ondertussen, onder invloed van de Venetiaanse proto-kapitalisten, uiteraard al lang tot het verleden behoort. De discriminatie van joden houdt ook niet op, zoals ons al even vaak verkeerdelijk wordt voorgehouden, met het einde van het twaalfjarig bestaan van het Duizendjarig Rijk in 1945. Zo is het pas sinds 1974 wettelijk toegelaten voor mensen van joodse origine om zich als nieuwkomers in Australië te vestigen.

De joodse wereld heeft zich niet veel socialer opgesteld. Ze hebben natuurlijk nooit kampen opgebouwd om christenen in te vergassen, maar het valt toch op hoeveel mensen van joodse oorsprong doorheen de eeuwen voor een zelfgecreëerde isolatie hebben gekozen. Zelfs in het huidige Antwerpen lopen ze erbij alsof ze van de lokale bevolking hun ghetto rond de diamantwijk niet mogen verlaten.

De eerste christenen waren in het oude Judea verre van welkom, wat een van de redenen is waarom de godsdienst meer succes had op andere plaatsen, waaronder Rome, uitgerekend de hoofdstad van het imperium dat de Grote Broodbreker en Wijnvermenigvuldiger als oproerkraaier aan het kruis had genageld. De discussie wie het heilige land toebehoorde, werd een tijdje in het voordeel van de opkomende Islam beslecht, met intermezzo’s verzorgd door plunderende bendes Westerse toeristen die bij Neckerman voor het kruisvaartvoordeelpakket hadden gekozen. De Britten, die in Ulster al hadden bewezen over ongekende inzichten in het verband tussen demografie en sociaal-economische conflicten te beschikken, hebben voor een echte joodse staat gezorgd. Wat op zich een positieve compensatieregeling voor de massale ellende van de holocaust leek, had al snel het gevolg dat massa’s mensen uit allerlei landen naar Israël trokken. Blijkbaar leefden ze toch liever onder elkaar, in een opwaartse spiraal van religieuze hysterie, veroorzaakt door een interpretatie van het woord van Jahweh waaruit zou moeten blijken dat zij, en zij alleen, het uitverkoren volk Gods zijn[1].

In het licht van dit alles vraag ik me af waar ons aller landgenoten het vandaan halen naar de zogenaamde joods-christelijke traditie te verwijzen. Wat bedoelen ze hier in feite mee? Een traditie van discriminatie en genocide? Een traditie van zelfgezochte isolatie en het gevoel van een door een goddelijke entiteit geschonken en bijgevolg onbetwistbare verhevenheid boven de rest van de mensheid? Ik hoop van niet, maar in sommige gevallen ben ik er nog niet zo zeker van.

Zij die geloven in de American Way, inclusief invasies, luchtbombardementen op burgergemeenschappen, discriminatie van het rasonzuivere gedeelte van de eigen bevolking, gated communities waarin de rijken zich van de rest kunnen isoleren, gezinnen die elke maand restjes bij elkaar moeten schrapen om de aan de banken verschuldigde interesten af te lossen en een onwrikbaar geloof in de goddelijke goedkeuring van al het voorgaande, passen ongetwijfeld in de joods-christelijke traditie. Alleen zijn dat net de gekken die we in de loop van de zeventiende eeuw hebben weten te dumpen door ze met boten naar een verafgelegen continent te laten vertrekken.

Mijn conclusie is in elk geval eenvoudig. Onze huidige samenleving is natuurlijk op een verleden gebaseerd, maar ze is vooral het gevolg van het verwerpen van tradities die we zijn ontgroeid of hebben overstegen.

----------
[1] Een strijd die ze trouwens eens met de Mormonen moeten uitvechten, want die beweren dat ook. Alleen kan iedereen Mormoon worden, zonder een of andere bloedband aan te tonen. Nadeel hiervan is dat er ondertussen meer Mormonen zijn dan er volgens hun eigen heilige teksten tijdens het ‘Einde der tijden’ van het eeuwige hellevuur zouden worden gered.