Malcolm neemt akte van: het overlijden van professor Marcel Janssens

Nu hij op 11 juli vrij onverwacht is overleden, zullen er allicht weer een paar hypocrieten en slijmballen opstaan die deze nulliteit uit de geschiedenis der literatuurwetenschap op een voetstuk zullen trachten te plaatsen. Ik herinner me vooral een uit de hoogte op zijn studenten en eigenlijk gewoon de rest van de wereld neerkijkende kwal die niet eens de moeite heeft genomen het boek te lezen waarover ik een licentiaatsthesis heb geschreven die hij moest quoteren [1].

Een anekdote zou moeten volstaan om elke poging Marcel Janssens als een eminent letterkundige en een onvermoeibaar verdediger van de Nederlandse literatuur af te schilderen vakkundig de grond in te boren.

Student [2]: Professor, ik zou u willen vragen promotor van mijn thesis te worden.
Janssens: En wat is het onderwerp van uw thesis?
Student: Ik wil een thesis schrijven over Portocarero.
Janssens: Ja, maar, is dat niet meer iets voor Spaanse letterkunde? Daar houd ik me niet mee bezig, hoor.
Student: Eh, professor, ik heb het over Herman Portocarero, de auteur van 'De voornamen van de maan'.
Janssens: Ah, die Portocarero!

Juist, ja. Ik herinner me dat geen enkele van zijn collega's in het departement Letterkunde destijds bereid was ook maar enige moeite voor zijn emeritaat te doen. Niemand wilde iets organiseren en ze hebben een Chinese vrijwilliger moeten zoeken om toch nog een kleine toespraak te houden. Van de vele genodigden is haast niemand komen opdagen.

Wie Marcel Janssens oprecht zal missen, mag het me altijd laten weten. Ik reken er niet op veel mails of commentaren te ontvangen.
--------------
[1] Dit is mij, ironisch genoeg, meegedeeld door mijn copromotor. Alleen is de eerste versie van diens doctoraatsthesis destijds voor plagiaat afgekeurd. Ik had me daar weer een jury verzameld, zo te zien.
[2] Een andere student, wel te verstaan. Mijn eigen thesis had een ander onderwerp.