De Amerikaanse extreemrechtse activist en populaire mediafiguur Charlie Kirk heeft zowat elke denkbare samenzweringstheorie verkondigd, inclusief verhaaltjes die al lang door factcheckers waren ontkracht. Een opsomming zou te veel tijd kosten, maar zijn standpunten over wapenbezit zijn natuurlijk wel het vermelden waard.
In de naam van de ironie is het natuurlijk de moeite de man zelf even te citeren: “I think it's worth it, I think it's worth to have a cost of, unfortunately, some gun deaths every single year so that we can have the Second Amendment to protect our other God-given rights.”
Op 10 september 2025, om 12.23 uur, begon hij aan een debat georganiseerd door zijn organisatie Turning Point USA. Twintig minuten later kreeg hij de vraag hoeveel transgenders schuldig waren bevonden aan wat men ginder 'mass shootings' noemt. Zijn antwoord was “Too many”. Hierop volgde de vraag hoeveel 'mass shootings' er de voorbije tien jaar in totaal waren geweest. Zijn antwoord was “Counting or not counting gang violence?”. Enkele seconden later lag hij dood op de grond.
Zijn volgelingen kunnen gelukkig zijn, want in de nasleep van deze politieke moord werd niet over een aanpassing van de wapenwetgeving gesproken. Het second amendment is veilig. Dat kan niet worden gezegd over eender wie die na de moord kritiek op Kirk gaf, want dat leidde meteen tot haatcampagnes en in veel gevallen ook tot schorsingen, censuur en ontslagen.
Het Witte Huis kon natuurlijk niet achterblijven en kende Kirk postuum de Presidential Medal of Freedom toe. Opmerkelijker nog was dat hij een staatsbegrafenis heeft gekregen, wat normaliter is voorbehouden voor hoge overheidsfunctionarissen en gesneuvelde militairen.
De reacties op de dood van Charlie Kirk, ondertussen bijna vereerd als een oorlogsheld die is gesneuveld “in the line of duty” staan wel in schril contrast met de uitspraken van de MAGA-horde op de moord op Melissa Hortman en haar echtgenoot. Hortman was een democratische volksvertegenwoordigster in Minnesota met zeer progressieve standpunten. Na eerder die dag ook een andere volksvertegenwoordiger, John Hoffman, bijna dodelijk te hebben verwond, belde de genaamde Vance Boelter aan bij het gezin Hoffman. Hij gaf zich uit voor een politieagent, maar zodra de deur werd geopend, schoot hij het gezin, inclusief de golden retriever, een voor een door het hoofd.
Boelter was een militant tegenstander van abortus, een standpunt dat ironisch genoeg ook wel 'pro-life' wordt genoemd, en had een lange lijst potentiële doelwitten bij zich. Als hedendaags republikein leefde hij grotendeels in zijn eigen fantasiewereld. Zo had hij een beveiligingsfirma die nooit een klant heeft gehad en beweerde hij ook in de naam van het christendom allerlei opdrachten te hebben uitgevoerd in het Midden-Oosten en in Congo.
In tegenstelling tot Charlie Kirk, werd Hortman wel degelijk tijdens de uitvoering van haar mandaat om politieke redenen vermoord. De president en zijn entourage hebben haar tijdens geen enkele speech vermeld. Zij had tenslotte volgens hen haar verdiende loon gekregen.
Wat controversiële ideeën betreft, kon Guy Bartkus anders ook wel tellen. De man was een aanhanger van obscure stromingen als antinatalisme, promortalisme en efilisme, begrippen die de gemiddelde lezer allicht zelf moet opzoeken. Het komt erop neer dat de geboorte niet-consensueel is, dat mensen niet kunnen worden gedwongen te blijven leven en dat al het leven best wordt uitgeroeid. Dergelijke theorieën klinken vergezocht tot men op facebook eens de commentaren onder een artikel van Het Laatste Nieuws leest. De vraag welke meerwaarde de menselijke soort voor deze planeet heeft, wordt steeds prangender en Bartkus heeft zich dan ook zeer consequent gedragen door zelfmoord te plegen door vlak voor een vruchtbaarheidskliniek in Florida een zelfgemaakte bom te laten ontploffen.
Francis Boyle was een zeer actieve advocaat, gespecialiseerd in de verdediging van onderdrukte bevolkingsgroepen en rechtszaken tegen imperialistische oorlogsstokers. Slobodan Milosevic en zijn toenmalige Servische regering waren nog een gemakkelijk doelwit, maar zijn talrijke aanklachten tegen Israël hebben minder opgeleverd. In zijn ogen zou dit land zich trouwens 'Jewistan' moeten noemen, een naam die de inherent racistische opzet van dit westers koloniaal project beter zou reflecteren. In zijn ogen zal Israël, zoals het nu natuurlijk nog steeds heet, binnen afzienbare tijd in elkaar storten onder het gewicht van de internationale isolatie en zullen de Palestijnen al hun grondgebied opnieuw kunnen innemen. Dit veronderstelt natuurlijk wel dat er dan nog Palestijnen overblijven. Hij pleitte tevens voor de onafhankelijkheid van Hawaii en de vreedzame dekolonisatie van Noord-Ierland, maar het opvallendste standpunt was nog zijn pleidooi om de VS te beschouwen als een hostis humani generis, oftewel een criminele organisatie die heel de wereld bedreigt en die moet worden vervolgd in toepassing van het charter van Nürnberg. Wel, het zou zeker interessant zijn de verdediging eens aan het woord te horen.
Amerikaanse republikeinen zijn dan weer steevast vaten vol tegenstrijdigheden. Zo was er Richard Armitage, een defensiespecialist die voor de presidenten Reagan en Bush heeft gewerkt. Hij werd ervan beschuldigd heroïne uit Zuid-Oost-Azië te smokkelen en, uiteraard met enkele omwegen, aan arme zwarten in Amerikaanse steden te verkopen om met de opbrengsten extreemrechtse milities in Centraal-Amerika te financieren, een beleid dat uiteindelijk, toen de heroïnehandel werd omgezet in wapenleveringen aan het Iran van de ayatollahs, tot het zogenaamde Iran-Contra-schandaal zou leiden. Let wel, die beschuldiging kwam niet enkel van een paar landgenoten op zoek naar de waarheid, maar van niemand minder dan Khun Sa, gedurende meer dan een decennium de absolute druglord van de zogenaamde 'golden triangle', het grensgebied tussen Thailand, Myanmar en Laos. Ook over de folterpraktijken van de CIA was hij nogal dubbelzinnig. In principe was hij tegen waterboarding, maar hij verklaarde toch dat medewerkers van de CIA hiervoor niet mochten worden vervolgd. In 1998, drie jaar voor de beruchte aanslagen van 11 september 2001, stuurde hij toenmalig president Clinton al een brief om aan te sturen op een militair ingrijpen tegen Irak. Maar tegelijkertijd was hij ook een tegenstander van Donald Trump en riep hij iedereen op om voor Joe Biden te stemmen. Ze weten ginder echt niet wat ze willen.
De CIA is op zich natuurlijk een onuitputtelijke bron van pittige verhalen. Zo overleed dit jaar ook Eugene Hasenfus, voormalig agent in Midden-Amerika, alwaar hij betrokken was bij het smokkelen van wapens voor de zogenaamde Contra's, een extreemrechtse militie die het regime van de Sandinista in Nicaragua met Amerikaanse steun wilde omverwerpen. Militaire hulp aan de Contra's was verboden, maar dat hield de CIA natuurlijk niet tegen. Met de impliciete steun van toenmalig president Reagan werd een wereldwijde deal opgezet waarbij drugsgeld werd gebruikt om wapens te leveren aan zowel Iran, een land waarop officieel een totaal handelsembargo rustte, als aan de Contra's in Nicaragua.
Dit kwam uiteindelijk aan het licht toen Hasenfus in de jungle werd opgepakt en door de Sandinista tot een gevangenisstraf van dertig jaar werd veroordeeld. De Amerikaanse regering ontkende uiteraard elke betrokkenheid, maar de verklaringen van Hasenfus waren zo ondubbelzinnig dat uiteindelijk een parlementair onderzoek naar het zogenaamde Iran-Contraschandaal werd geopend. De reputatie van Reagan bleef intact, want kolonel Oliver North was bereid als zondebok alle schuld op zich te noemen. North werd later met een grote meerderheid verkozen tot voorzitter van de National Rifle Association.
Hasenfus zelf werd op latere leeftijd meermaals opgepakt voor exhibitionisme. Ergens lopen in de VS een paar mensen met een normaal functionerend brein rond, maar zij moeten zich wel echte paria's voelen.
Het kan trouwens nog erger en dat in de vorm van voormalig politiecommissaris Richard Kerik, die gedurende zestien betekenisvolle maanden politiecommissaris van New York was, een positie waarvoor hij overigens niet het juiste diploma maar wel de juiste politieke vriendjes had, en die nadien uiteraard de overstap naar de private beveiliging maakte. Hij deed er alles aan om over te komen als iemand die de misdaad hard aanpakte, maar dat sloeg natuurlijk enkel op misdaden die hij niet zelf had gepleegd. Een volledig overzicht zou echt te lang uitvallen, maar een korte bloemlezing zal het vertrouwen in het Amerikaans politieapparaat niet versterken.
In 1975, terwijl zijn leeftijdsgenoten in de Vietnamese jungle hun leven riskeerden, vervulde hij zijn dienstplicht als lid van de militaire politie in Zuid-Korea. Hij heeft daar een lokale jongedame zwanger gemaakt, maar is uiteraard braafjes weer naar zijn vaderland vertrokken zonder een seconde naar haar om te kijken.
Tussen 1982 en 1984 werkte hij als veiligheidsadviseur in een Saoedisch ziekenhuis. Hij werd uiteindelijk het land uitgezet toen aan het licht kwam dat hij zijn positie had gebruikt om zeven vrouwen te schaduwen met wie een bestuurder van dat ziekenhuis affaires had.
Toen hij in 1998, als gedecoreerd politieofficier voor de derde maal in het huwelijk trad, was zijn getuige Larry Ray, die overigens ook voor het feest heeft betaald. Ray is later veroordeeld voor mensenhandel, afpersing en nog een reeks misdaden die hem een celstraf van zestig jaar hebben opgeleverd.
Als commissaris was hij verantwoordelijk voor het optreden van de politie vlak na de aanslagen van 11 september 2001. De uitvoering van die opdracht hield onder meer in dat hij een appartement dat was bedoeld als slaapplaats voor de agenten die de ruïnes van het World Trade Center moesten bewaken zelf opeiste om er afspraken met niet een, maar twee maitresses te maken.
In 2003 werd hij door een andere misdadiger, president George W. Bush, benoemd tot waarnemend minister van Binnenlandse Zaken in het toen bezette Irak. Hij heeft toen ook een gift van 250.000 dollar gekregen van een Israëlische miljardair, maar het is nog steeds niet duidelijk welke tegenprestatie daartegenover stond.
Uiteindelijk is Kerik veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar, maar aangezien hij een republikein was, heeft hij in februari 2020 van president Trump een presidential pardon ontvangen. Toen later dat jaar bleek dat Joe Biden de nieuwe presidentsverkiezingen had gewonnen, stond Kerik onmiddellijk klaar om een grote campagne te voeren om de resultaten frauduleus te noemen. Vanop de achtergrond was hij de architect van de bestorming van het parlementsgebouw op 6 januari 2021. Hij heeft het campagneteam van Donald Trump hier zelfs officieel 55.000 dollar voor gefactureerd. Voor die laatste feiten is hij nooit aangeklaagd, maar dat verbaast natuurlijk niemand. Gelieve ook te onthouden dat Antifa de echte terroristen zijn die de Amerikaanse rechtsstaat bedreigen.
Het zijn trouwens niet enkel deze republikeinse creaturen die enige kritiek verdienen, want als men het over de zogenaamde 'revolving doors' tussen de top van het bedrijfsleven en de top van het overheidsapparaat heeft, is Stanley Fischer wel een mooi voorbeeld uit het kamp van de democratische partij. De man maakte geregeld de overstap van de privésector naar de overheidssector en vice versa, zonder ook maar te beseffen aan welke belangenvermenging hij zich schuldig maakte. Hij had ook de dubbele Amerikaanse-Israëlische nationaliteit en het is niet duidelijk welke van deze twee staatsbelangen hij prioritair verdedigde. Hij was een adviseur van BlackRock, een zogenaamde schaduwbank die in zowat elke foute sector investeert, inclusief uiteraard fossiele brandstoffen, de wapenverkoop in de VS en Israëlische nederzettingen in bezette gebieden. In 2008 werd hij benoemd tot voorzitter van de Israëlische nationale bank, waar hij werd geloofd voor zijn efficiënte aanpak van de bankencrisis. Dat klinkt op zich positief, maar men mag niet vergeten dat hij als vice-president van Citygroup tussen 2002 en 2005 zelf die crisis in de hand had gewerkt door te lobbyen voor de opheffing van de Glass-Steagal Act en de fusie van spaarbanken en investeringsbanken met rommelkredieten. Als kers op de taart werd hij in 2014 ook nog eens door toenmalig president Obama benoemd tot vice-voorzitter van de Central Reserve. Tussendoor had hij ook topfuncties bij het IMF en de Wereldbank, waardoor hij ook lid mocht worden van de reeds eerder vermelde, invloedrijke en vooral zeer schimmige G30, maar sommige mensen zijn verbaasd dat op het internet ook wel eens antisemitische samenzweringstheorieën circuleren.
Een al even dubieuze democraat was Jim Hunt, gedurende lange tijd gouverneur van North-Carolina. Hoewel hij met betrekking tot het onderwijs in die staat zeer nuttige maatregelen heeft genomen en een uitgesproken tegenstander van rassensegregatie in het klaslokaal was, voelde hij zich wel verplicht om 'tough on crime' te blijven, een begrip dat in de zuidelijke staten eigenlijk vooral wordt gebruikt om arme zwarten zo veel mogelijk uit het straatbeeld te weren door ze in gevangeniscellen te herhuisvesten.
Zo was een zekere Darryl Hunt voor moord veroordeeld, maar de komst van DNA-analyse leverde het bewijs dat iemand anders de dader was. Hunt vond het politiek opportuun de man nog twintig jaar in de gevangenis te laten zitten. Misschien was zijn motto gewoon 'Tough', los van lastige vragen over schuld en onschuld.
Dit was trouwens geen geïsoleerd geval, want ook de ginder befaamde 'Wilmington 10' vielen onder zijn jurisdictie. In 1971 werden tien mensen, allemaal tussen 18 en 34 jaar oud en allemaal zeer zwart, voor brandstichting tot straffen tussen 15 en 34 jaar veroordeeld. Later bleek dat de politie verschillende bewijsstukken zelf had gefabriceerd en dat de kroongetuige een motorfiets had gekregen om tegen de beschuldigden te getuigen. Na een reeks krantenartikelen en documentaires stond Hunt onder zware druk om de de situatie recht te zetten. Volgens de letter van de wet mogen onschuldigen immers niet in de cel zitten. Hunt interpreteerde diezelfde wet op zijn manier en verlaagde de gevangenisstraffen tot zeventien jaar. Ze moesten allemaal wachten op zijn opvolger om te worden vrijgelaten.
Toen een openlijke racist tot president werd verkozen, waren het wel deze democraten van de oude stempel die met grote verbazing vaststelden dat hun partij niet genoeg stemmen haalde. Sommige mensen leren het nooit.
Edwin Feulner was dan weer een stichtend lid van de Heritage Foundation, een conservatieve organisatie die algemeen als de meest invloedrijke denktank ter wereld wordt beschouwd. Aanvankelijk was de organisatie nog relatief objectief en in 2010 steunde ze op basis van eigen onderzoek zelfs nog de door de republikeinen gehate hervormingen in de gezondheidszorg, bij de meeste mensen bekend als Obamacare. De voorbije jaren heeft de organisatie evenwel kritiek- en compromisloos Donald I gesteund. De Heritage Foundation heeft de funderingen gelegd voor Project 2025 en heeft de vroegere voorkeur voor echt denkwerk overboord gegooid ten voordele van propaganda die geen enkele fact check doorstaat, inclusief een campagne met als stelling dat president Biden geweld in 2024 geweld zou gebruiken om president te kunnen blijven indien de democratische vervalsingen van de verkiezingsresultaten niet zouden volstaan. Feulner is nu wel dood, maar de kwaadaardige entiteit die hij als zijn levenswerk beschouwde, is nog steeds in leven en bedenkt dagelijks nieuwe manieren om de levens van miljoenen mensen om zeep te helpen.
De christelijke activiste Constance Cumbey had alvast geen sterk functionerend stel hersenen. Ze was ervan overtuigd dat er een samenzwering aan de gang is om de Amerikaanse staat omver te werpen en te vervangen door een fascistisch regime. Let wel, de dreiging komt niet van de kopers van MAGA-petjes, maar van al die spirituele organisaties die men wel eens omschrijft met het containerbegrip 'New Age' en hun rekruteringscentra, de winkels waar organische voeding wordt verkocht. Het is tenslotte een welbekend feit dat alle religies die niet tot de joods-christelijke traditie behoren door niemand minder dan Satan zijn opgericht.
De huidige problemen in de VS zijn natuurlijk niet nieuw. De recent overleden José Jimenez was een voormalig bendelid dat een tijdje voor heroïnebezit in de cel zat, maar daar besloot zijn leven drastisch te veranderen. Met de Young Lords Organisation wist hij veel Puerto-Ricanen in Chicago en andere steden te verenigen in een gezamenlijke strijd tegen de veelal blanke elite die hen uit hun wijken verjoeg om er luxe-appartementen te bouwen. Als alle would-be gangsters uit de hiphop-scene zijn voorbeeld zouden volgen, zouden we al een mooie stap kunnen zetten in de richting van een ideale wereld. Als al die gansta-rappers nooit nog een plaat zouden opnemen, zouden we dat trouwens ook al doen.
De zwarte leiders van de Civil Rights Movement hadden het sowieso niet gemakkelijk en dat wist ook de genaamde H. Rap Brown, later veranderd in Jamil Al-Amin. Na enkele speeches waarin hij opriep tot gewapend verzet tegen de in vele ogen openlijk racistische Amerikaanse overheid stond hij op de zwarte lijst van te neutraliseren personen van de FBI.
Na een toespraak van Brown in Cambridge in Maryland, niet te verwarren met de Britse universiteitsstad, in 1967 brak om nog steeds onverklaarde redenen een brand uit, maar volgens de politiecommissaris waren al die onrusten een communistisch complot en hij weigerde bijgevolg om de hulpdiensten te sturen. De brandweer liet zeventien gebouwen in een zwarte wijk afbranden en kwam pas twee uur later opdagen.
In 2000 werd Brown aangeklaagd voor het bezit van een gestolen auto, hoewel hij de eigendomspapieren en het bewijs van de verkoop tijdens de controle bij zich had. Op de dag van de zitting kwam hij niet opdagen, waarna twee politieagenten naar zijn woning werden gestuurd om hem op te pakken. Die agenten werden onderweg neergeschoten en Brown werd hiervoor tot een levenslange gevangenisstraf veroordeeld. Dat iemand anders ondertussen had bekend, werd door de rechtbank niet als bewijs aanvaard. De kans was immers te mooi om deze onruststoker voorgoed buitenspel te zetten.
Verder pleegde Virginia Giuffre zelfmoord. Ze had dan ook geen comfortabel leven geleid en was zeer getraumatiseerd door haar ervaringen als cadeautje van Jeffrey Epstein aan de Britse prins Edward. Opmerkelijk is wel dat haar verklaringen over Epstein en zijn trawanten na een eerste burgerlijke rechtszaak als vertrouwelijk werden geklasseerd, maar op 9 augustus 2019 toch werden ontzegeld in het kader van de dan lopende strafzaak tegen Epstein en zijn vrouw Ghislaine Maxwell. Exact een dag later werd Epstein dood in zijn cel gevonden. De inhoud van de verklaringen over het koppel is ondertussen een splijtzwam binnen de Maga-beweging geworden, wat we natuurlijk vanuit onze gemakkelijke zetel met wat snacks bij de hand als prachtig entertainment kunnen volgen.
Al even frustrerend is de levensloop van Elisa Rae Shupe, officieel de eerste Amerikaanse staatsburger die als non-binair werd erkend. Shupe heeft heel haar leven met mentale problemen geworsteld, grotendeels ten gevolge van het misbruik waar ze als kind het slachtoffer van werd. Deze mentale problemen werden vlotjes uitgebuit door conservatieve groepen die haar uiteindelijk wisten te overtuigen om opnieuw als man door het leven te gaan. Dat heeft evenwel niet lang geduurd, want ze had al snel door dat de conservatieven haar gewoon gebruikten om hun eigen politieke agenda te steunen en om compleet onwetenschappelijke conversietherapieën te promoten. Uiteindelijk heeft ze al haar privémails en andere documenten van de conservatieve actiegroepen met de rest van de wereld gedeeld, een zet die deze groepen geen al te positieve reclame heeft opgeleverd. Goed is het evenwel niet afgelopen, want Shupe heeft uiteindelijk zelfmoord gepleegd.
Dan was de carrière van de Texaanse Ann Lee wel wat vermakelijker. Lee was een overtuigde republikein, was gekant tegen abortus en steunde de presidentscampagne van de toen eigenlijk al veroordeelde crimineel D. Trump, maar richtte daarnaast ook een actiegroep op met als naam 'Republicans against Marihuana Prohibition' en als motto 'Prohibition is not conservative'.
De allerslechtste dit jaar overleden Amerikaan, een niet zo gemakkelijk verdiende titel, is evenwel Dick Cheney.
Hij werd vaak omschreven als de machtigste vicepresident ooit, maar eigenlijk was dat nog een te zwakke woordkeuze, want in de praktijk was hij de facto diegene die de beleidsbeslissingen namen en door de intellectueel nogal beperkte George W. Bush liet afkondigen.
Zo was hij achter de schermen de architect van de inval in Irak, die na een uitgebreide leugencampagne werd verantwoord door de zogenaamde aanwezigheid van massavernietigingswapens en de steun die plaatselijk potentaat Saddam Hussein zogenaamd aan Al-Qaeda zou hebben verstrekt. Hij was ook de politieke kracht achter de oprichting van het folterkamp in Guantanamo Bay en een hoop artikelen over spionage door het NSA op de eigen bevolking in de Patriot Act, een wet die de republikeinen in het Congres hebben goedgekeurd zonder ze te lezen, want elke kritische opmerking zou tot de beschuldiging van landverraad hebben geleid.
Het is wel opvallend dat Cheney het niet erg vond om tienduizenden jonge Amerikanen naar een oorlogsgebied te sturen waarvan er 4.000 in een doodskist en 34.000 op een brancard zouden terugkeren. Zelf heeft hij er namelijk alles aan gedaan om niet als potentiële dienstplichtige naar Vietnam te worden gestuurd, iets wat hij later verantwoordde met de uitspraak “I had other priorities in the '60s than military service”. Dat kan wel zijn, maar ondertussen mochten een hoop kinderen uit arme gezinnen ginder wel lijf en leden riskeren.
De voorwendsels die hij inriep om elk persoonlijk gevaar te ontlopen, waren ook wel de moeite. Zo riep hij in dat hij vanwege zijn tegenvallende studieresultaten zes in plaats van vier jaar nodig zou hebben om een diploma te halen aan een van de vele universiteiten waar hij probeerde de helft van het academiejaar te halen alvorens weer eens op te geven. Toen die ballon niet meer opging, trad hij dan maar in het huwelijk, waardoor hij als kostwinner de dans kon ontspringen. Toen het rekruteringsbeleid werd aangepast en ook getrouwde mannen konden worden opgeroepen, maakte hij zijn vrouw maar zwanger, zodat hij als vader van een pasgeborene opnieuw veilig was tot hij de leeftijdsgrens van 26 jaar had bereikt. Het is niet geweten wat zijn oudste dochter vindt van het feit dat zij enkel en alleen is verwekt om anderen in de plaats van vaderlief op een landmijn van de Vietcong te laten stappen.
Die voorkeur voor de achterpoortjes van de wet bracht hij in elk geval ook in de praktijk als ceo van Halliburton, een bedrijf dat fortuinen heeft verdiend aan de wederopbouw van Irak, waar overigens weinig tot niets van in huis is gekomen. Meer gedetailleerde informatie over hoe dat precies in zijn werk is gegaan, is te vinden in 'The Shock Doctrine' van Naomi Klein, een boek dat nog steeds aanbevolen lectuur blijft voor elke kritische denker, waar hij zich dan ook moge bevinden.
Deze afwenteling voor persoonlijk gewin van de gigantische budgetten die de Amerikaanse belastingbetaler mocht ophoesten voor de bezetting van een land dat letterlijk niets met de aanslagen van 11 september 2001 te maken had, paste natuurlijk in zijn eigen wereldvisie als overtuigde neoconservatief, een elitair gezelschap dat zichzelf boven de massa stelde op basis van een wel zeer selectieve lezing van 'Het einde van de geschiedenis' van Francis Fukuyama, die zich later trouwens zelf van Cheney en de zijnen heeft gedistantieerd.
Na de bezetting van Irak aan de Amerikaanse bevolking te verkopen als een patriottische strijd om de Amerikaanse waarden en de democratie in het Midden-Oosten te introduceren, beloonde hij de Amerikaanse overheid die hem zo veel lucratieve contracten had toegekend door de hoofdzetel van Halliburton naar de Verenigde Arabische Emiraten te verhuizen en in de VS zelf geen bedrijfsbelastingen meer te betalen.
Aangezien deze tekst al lang genoeg is, zal dit beknopte overzicht moeten volstaan, maar wie wat opzoekwerk verricht, kan gemakkelijk meer informatie vinden, bijvoorbeeld over hoe Cheney de eigen administratie tot zelfcensuur verplichtte om strengere klimaatwetten te vermijden of over zijn betrokkenheid bij de onthulling van de identiteit van Valerie Plame, een undercoveragente van de CIA wiens aan de democratische partij gelieerde echtgenoot een zeer informatief rapport had geschreven dat het officieel standpunt van het Witte Huis in verband met de Iraakse massavernietigingswapens tegensprak.
Er zijn geen woorden voor de walging die Cheney bij elke rechtgeaarde mens zou moeten oproepen, behalve dan een luid gejuich naar aanleiding van zijn overlijden. Dat klinkt verre van sympathiek, maar in vergelijking met wat hij de planeet en zijn medemensen heeft aangedaan, is zelfs de meest lugubere vorm van leedvermaak kinderspel.
