Ik ben blijkbaar niet de enige die zich aan Herman Schueremans stoort. Als reactie op het enigszins denigrerend gedrag van Hypocriete Herman ten aanzien van zijn voormalige collega's in het Vlaams Parlement heeft Bart Caron, lid van de Groen-fractie en Groot Verdediger van de culturele sector, ook een stukje geschreven. De volledige tekst vindt men hier: http://www.bartcaron.be/?%2Fsite%2Fbeste_herman#.UO3k4hjgAcU.facebook. Nu vind ik het natuurlijk niet erg dat anderen kritiek geven op iemand die ik zelf niet kan luchten, maar dat betekent niet dat elk punt van kritiek ook automatisch juist of terecht is. Zo slaat Caron de bal wel meer dan eens totaal mis. Hij is veel minder hypocriet dan Herman de Zakenman, maar dat maakt hem niet intelligenter.
Dergelijke uitspraken roepen natuurlijk om enige voorbeelden. Wel, hieronder volgen een paar citaten waaruit duidelijk blijkt dat ook Caron niet goed snapt wat nu net het probleem is met onze (muzikale) cultuurbeleving.
Beleefd als altijd, begint Caron met een niet eens zo negatieve beoordeling van de Werchterse Zakkenvuller: “Nee, je was een frisse verschijning, zij het dan dat er een ongeschoren rocker in je school. Je was een beetje een exoot die met passie en vuur zijn sector verdedigde. Je pretendeerde allerminst een groot cultuurfilosoof te zijn, maar wel wist je de rock-’n-roll binnen te smokkelen in onze commissie.”
Niet echt juist, vrees ik. Ten eerste viel het met dat ongeschoren gezicht nog wel mee. Zeker in vergelijking met de veeleer met een houtrasp te vergelijken stoppels van Caron zelf. Ten tweede bewijst de tweevoudig verwijzing naar rockers en rock 'n' roll nu net dat Caron niet eens beseft met wat voor een schijnheiligaard hij hier te maken heeft. Of misschien vindt hij dat niet eens belangrijk, wat nog erger zou zijn. Mijn theorie is dat alles wat zich buiten de muren van erkende culturele centra afspeelt voor Caron even goed op een andere planeet zou kunnen plaatsvinden. Het is alleszins zijn wereld niet.[1]
Maar ook de volgende zinnen vind ik bijzonder storend: “Je pleitte voor een ondersteuning van jonge rockbands bij de uitbouw van hun carrière in het buitenland. Terecht. En er kwam een subsidiepotje van. Helaas was de administratieve procedure zo log, dat er te weinig gebruik kon van worden gemaakt. En dus doofde dat uit.”
Dat muzikanten niet in staat zijn een administratie procedure met succes af te ronden, ligt niet noodzakelijk aan de logheid van die procedure. Misschien moeten we eens kijken naar de luiheid der betrokkenen of naar hun onwil om formulieren in te vullen. Dat past waarschijnlijk niet bij hun imago. Niet dat ze daarom echte nihilisten zonder respect voor bureaucratie zijn. Het gaat tenslotte om hun imago. Rock 'n' roll, weet u wel. Wat er achter die façade schuilt, maakt niet uit. Zo lang er maar geen ambtenaar het aandurft hen te vragen wat ze met die subsidies precies zouden willen doen.
Maar erger is dat een van de politici die de culturele sector het hardst verdedigen in deze tijden van besparingen en budgettaire rampspoed zelf niet eens snapt dat dit subsidiemechanisme volledig contraproductief werkte. Waarom zouden we subsidies moeten geven aan groepen om in het buitenland te gaan spelen? Waarom zouden we dat geld niet geven aan lokale concertorganisatoren? Het door Caron verdedigd systeem heeft drie nadelen en een discutabel voordeel.
Ten eerste, het ego van muzikanten wordt hierdoor nog eens extra gemasseerd, waardoor ze nog minder dan zonder subsidies zullen inzien dat ze eigenlijk te duur zijn.
Ten tweede, dit systeem is bedoeld om Vlaamse groepen en muzikanten in het buitenland te promoten, hetgeen betekent dat we de rest van de wereld ook aan onze door StuBru en Humo heilig verklaarde middelmatigheid blootstellen. Dat kan het beeld dat buitenlanders van ons hebben enkel negatief beïnvloeden.
Ten derde, deze subsidies lossen geen enkel probleem binnen de eigen gewest- of landsgrenzen op. De culturele sector krijgt vaak te horen dat de subsidies slechts die kleine minderheid ten goede komen die aan cultuuractiviteiten participeert. In dit geval is het nog erger. Dit komt exact 0 belastingbetalers ten goede. Het gaat er namelijk om onze groepen naar het buitenland te sturen. Zij verdienen dat niet en wij krijgen er niets voor terug.
En dan nu het voordeel: elke dag dat dEUS, The Black Box Revelation, Zita Swoon, The Hickey Underworld, Zornik, Milow, Ozark Henry of al die andere prutsers in het buitenland vertoeven, hebben wij er plaatselijk geen last van.
Dat Bart Caron niet beseft dat onze huidige muziekscene zo triestig is dat we ze beter wat verborgen houden, pleit niet voor hem. Dat hij het op dit vlak wel met Herman Schueremans eens kan zijn, pleit nog veel minder voor hem. Misschien moet hij de volgende keer wat harder nadenken over de argumenten die hij wil gebruiken om een kritisch stukje te schrijven.
----------
[1] Ter aanvulling: Bart Caron speelt in de begeleidingsband van Willem Vermandere. Daarmee is natuurlijk ongeveer alles gezegd.