Over het einde van Musiques Dépassées (deel 2)

Zoals beloofd, volgt hier een woordje uitleg over de oorzaken van het verdwijnen van Musiques Dépassées, de fuivencyclus gewijd aan een genre, of eigenlijk een geheel aan subgenres, dat op weinig plaatsen en weinig tijdstippen oprechte waardering krijgt. De mensen die deze fuiven hebben meegemaakt, snappen waarschijnlijk intuïtief dat ik dit niet schrijf omdat ik me verplicht voel, omdat ik mezelf graag hoor praten[1], omdat ik dit nodig vind of zelfs niet omdat ik het eerder heb aangekondigd. Dit tekstje is er alleen omdat toelichtingen en uitweidingen altijd een deel van het wereldje van Musiques Dépassées hebben uitgemaakt.

Na zes jaar en tien maanden[2] kan ik enkel deze conclusie trekken: Musiques Dépassées was plezant, succesvol en relevant. Dat het plezant was, leid ik af uit het feit dat heel veel mensen het de moeite vonden om dikwijls te komen. Dat het succesvol was, leid ik af uit het feit dat het zo lang heeft kunnen bestaan. Dat het relevant was, leid ik af uit het feit dat veel mensen duidelijk op fuiven van deze slag zaten te wachten. Vanuit mijn bevoorrechte positie achter de draaitafels, enkele meters boven het publiek, kon ik dit duidelijker dan eender wie observeren.

Voor ik kan uitleggen waarom Musiques Dépassées is gestopt, moet ik natuurlijk eerst eens uitleggen hoe het concept eigenlijk in elkaar zat en daarvoor moeten we teruggaan naar eind 2002.

Van halverwege 2002 tot eind 2004 heb ik elke zondagavond de muziek verzorgd in het bekende Leuvense café Libertad. Het klinkt velen misschien raar in de oren, maar dat is van het plezantste dat ik ooit in mijn leven heb gedaan. Natuurlijk is het potentieel aantal klanten op een zondagavond een stuk kleiner dan op, pakweg, donderdag, vrijdag of zaterdag, maar dat kon niemand schelen. Ik draaide wat we voor het gemak een mix van alle alternatieve genres zullen noemen en daar kwam zowaar volk op af. Onder dat volk bevonden zich op regelmatige basis mensen van het Musicafé, dat uiteindelijk maar een paar tientallen meters verder is gelegen. Ik merkte al gauw dat ik die mensen met een selectie van klassiekers en plezante onbekenden uit wat we, ook voor het gemak, de new wave-periode zullen noemen telkens weer in de juiste stemming kon brengen. Het duurde dan ook niet lang of ik vroeg of het geen goed idee zou zijn eens een fuif in die stijl in hun zaal te organiseren. Ik kreeg het voordeel van de twijfel. We zouden het één keer doen en dan zien of het voor herhaling vatbaar was. Een uitgebreide reclamecampagne, inclusief ellenlange mails, en een volle zaal later was de deal rond. Ik werd ingehuurd om op maandelijkse basis een avond te verzorgen[3].

Ik heb in verband met die deal eigenlijk weinig voorwaarden gesteld. Ten eerste, ik bepaalde autonoom de muzikale lijn. Dat heeft iedereen, al dan niet tot zijn eigen enthousiasme of afkeer, duidelijk kunnen merken. Ten tweede, er zou geen op voorhand vastgelegd sluitingsuur zijn. We zouden, met andere woorden, draaien tot het volk uit eigen beweging zodanig was uitgedund dat het niet meer de moeite was de zaak open te houden. Ten derde, de inkom zou altijd gratis zijn.

Dit laatste is natuurlijk fundamenteel voor het verdere verloop der zaken. Indien de inkom gratis is, moeten de andere inkomsten natuurlijk hoog genoeg liggen om de diverse kosten te dekken en liefst nog een beetje winst[4] op te leveren. Die andere inkomsten waren per definitie beperkt. In feite moest alles uit de kassa van de drankverkoop komen.

Ik veronderstel dat het probleem ondertussen al duidelijk is. Na verloop van tijd is uit de rekeningen gebleken dat onze fuiven niet meer genoeg opbrachten en heeft het Musicafé besloten dat het beter zou zijn ermee te stoppen. Die beslissing had, voor alle duidelijkheid, niets met de muziek of met andere onderdelen van het concept te maken. Ik heb het definitieve einde door middel van allerlei besparingsmaatregelen nog een tijdje kunnen uitstellen, maar zelfs het schrappen van het promotiebudget en de hiermee verbonden affiches en flyers en de verhuis naar het zaaltje op de eerste verdieping hebben de handelsbalans niet in evenwicht gebracht.

Ik kan me voorstellen dat sommige mensen zich aan een afrekening met of een tekst vol bijtende kritiek aan het adres van het Musicafé hadden verwacht. Eigenlijk heb ik altijd goed met die mensen kunnen samenwerken. Natuurlijk zijn er nu en dan praktische probleempjes geweest. Zo zijn ooit door een fout in de timing 200 affiches de dag na de fuif geleverd en bijgevolg rechtstreeks de papiercontainer ingezwierd. Al bij al is mijn conclusie echter dat ik hier geen spijt van kan hebben. Ik ben altijd correct behandeld en dat is in de horeca zeker niet gegarandeerd.

Concrete redenen waarom de omzet vanaf een bepaald ogenblik, volgens mij ergens halverwege 2007, significant is beginnen dalen, zijn natuurlijk moeilijk te achterhalen. Ik heb niet direct een gericht marktonderzoek verricht of een exit poll georganiseerd. Ik zou hier hele beschouwingen over gratis nachtbussen, verhoogde drankprijzen en het gebrek aan verjonging kunnen laten volgen. Alleen zou ik daarmee vooral verklaren waarom het uitgaansleven in het algemeen een achteruitgang heeft gekend. Wat Musiques Dépassées betreft, lijken slechts twee elementen een specifieke, niet voor het volledige nachtleven geldende, rol te hebben gespeeld.

Ten eerste, er zijn te veel mensen uit Leuven vertrokken. De afgelopen tien tot vijftien jaar is de populatie van deze stad sociologisch gedecimeerd. Zowat alle creatieve en alternatief ingestelde mensen zijn vertrokken omdat ze het zich niet langer kunnen permitteren in Leuven te blijven wonen. De woningen zijn eenvoudigweg te duur en dan wordt het verleidelijk een, onder meer omwille van hun vertrek, steeds saaier wordende stad voor grotere nederzettingen als Antwerpen of Brussel of voor plattelandsdorpen richting Aarschot of Tienen in te ruilen. Eenmaal daar aangekomen, wordt het natuurlijk al direct een hele opgave om enkel voor een eenvoudig fuifje weer naar Leuven af te zakken. Zij die in de steden zitten, hebben voldoende keuze aan plaatselijke activiteiten. Zij die in de dorpen zitten, moeten in Leuven en weer thuis zien te geraken. Het is mogelijk dat we ooit eindelijk nachttreinen krijgen, maar tot dan zie ik niet direct een oplossing voor dit probleem[5].

Ten tweede, veel fuifgangers vinden het blijkbaar noodzakelijk pas na 01.00 ’s nachts toe te komen. Hebben die mensen een zodanig druk leven dat ze tot na middernacht aan het werk zijn of zou het kunnen dat ze een fuifzaal enkel willen betreden als ze merken dat er al heel wat volk aanwezig is? Ik gok op het tweede. Blijkbaar vinden ze een nog vrij lege zaal niet gezellig en vinden ze dat anderen zich moeten opofferen om daar als eerste, tweede, derde, etc. te gaan zitten tot ze het zich willen verwaardigen ook eens te komen opdagen. Het gevolg is natuurlijk dat de omzet van de drankverkoop gedurende uren op een minimaal pitje staat. Bovendien komen die mensen niet rechtstreeks van thuis en zijn ze al in min of meerdere mate bezopen als ze uiteindelijk toekomen. Het gevolg daarvan is natuurlijk dat ze niet veel drank meer nodig hebben voor ze weer vertrekken. Organisatoren kunnen proberen hier iets aan te doen, maar ik zou in elk geval niet goed weten wat. Alle trucjes die ik al heb zien uitproberen[6], zijn mislukt[7].

Eigenlijk kan uit het bovenstaande een conclusie worden getrokken die iemand[8] me in 2006 al heeft voorgeschoteld. Er is meer behoefte aan een café dat consequent deze muziek draait dan aan fuiven die iedereen aansporen op een welbepaalde avond en op een welbepaald uur ter plekke te verschijnen.

----------
[1] Sommige avonden wek ik allicht die indruk, maar dit is een geschreven tekst, dus hier is dat niet van tel.
[2] Ja, goed, er zijn hier en daar maanden weggevallen, maar we zijn begonnen in maart 2003 en gestopt in december 2009.
[3] Ik vermeld dit vooral om hardnekkige misverstanden uit de wereld te helpen. Ik heb het Musicafé nooit afgehuurd of zo. Musiques Dépassées werd, ondanks het feit dat ik de naam en het concept had bedacht, officieel eigenlijk door het Musicafé zelf georganiseerd. Ik was slechts het draaipersoneel van dienst, net zoals anderen het tappersoneel van dienst waren.
[4] Winst voor het Musicafé, niet voor mezelf. Ik kreeg elke maand een vast tarief en zeker geen bonussen of zo. Dat het Musicafé winst wilde maken, is natuurlijk normaal. Het is uiteindelijk een commerciële bvba en geen humanitaire ngo.
[5] Ik zie natuurlijk talrijke oplossingen, maar die vallen niet echt binnen mijn eigen bevoegdheden als fuiforganisator of DJ. De eerste belangrijke stap die we moeten zetten, is het veralgemeend invoeren van op het kadastraal inkomen gebaseerde maximumtarieven voor de woninghuurmarkt. We komen hier later nog wel eens op terug.
[6] Bunkerleute, om een andere Leuvense organisatie als vergelijkingspunt te hanteren, probeert het door de inkom voor 23.00 uur goedkoper te houden. Helaas levert dit niet het gewenste resultaat op. Ook zij zien het grootste deel van hun publiek pas een heel stuk later opduiken.
[7] Concerten lijken nog te helpen, maar kosten natuurlijk ook weer meer geld. Bovendien trekken enkel redelijk bekende namen een beetje volk en we kunnen toch niet elke maand De Brassers laten komen. Andere bands in het genre zijn in elk geval te duur voor een gratis activiteit. Sommigen, in het bijzonder de recentere, jongere bands, zijn trouwens zelfs te duur voor een avond met hoge inkomprijs. Dit is echter stof voor een andere tekst met een andere titel.
[8] Ik zou kunnen vermelden om wie het gaat, maar volgens mij heeft de gemiddelde lezer niets aan de naam van iemand die hij sowieso niet kent.