Over het gebruik van C4 en het misbruik van een C4

Ik was aanvankelijk niet van plan iets te schrijven over de beschadiging [1] van een aardappelveld door ecologische actievoerders met een zak keukenzout. Zij hebben de gok gewaagd een wetenschappelijk experiment met een hoog publiek profiel openlijk aan te vallen en sommigen zijn gearresteerd en zullen eventueel door een rechtbank worden veroordeeld. Dat is een risico dat men op voorhand kan inschatten en ik ben al bij al blij dat er nog mensen zijn die enig risico durven nemen.

Ondertussen heeft de vervolging van de actievoerders een vervolg gekregen. Een van de actievoerders, een zekere Barbara Van Dijck, bleek werkzaam te zijn bij de KU Leuven en is enkele dagen later, op 3 juni 2011, op staande voet ontslagen. Haar gedrag zou incompatibel zijn met de normen en waarden van deze respectabele instelling. Ze zou geweld hebben gebruikt. Ze zou geen respect voor wetenschappelijk onderzoek hebben getoond. Ze zou niet langer voldoen aan de voorwaarden en de verwachtingen die aan een tewerkstelling bij de KU Leuven zijn verbonden.

Collega’s en sympathisanten hebben het hier niet bij gelaten. Ze laten een petitie [2] circuleren om hun onvrede te uiten. Ze vinden dat dit personeelslid onterecht is ontslagen. Ze oefende enkel haar recht op vrije meningsuiting uit en ze heeft zelf geen geweld gebruikt. Dat waren andere actievoerders. Zelf is ze de omheining niet overgekropen, heeft ze geen schermutselingen met de politie uitgelokt en heeft ze geen zout op de aarde gestrooid.

Ik heb hier toch enkele bedenkingen bij. De petitie heeft me nog niet bereikt, dus ik heb gelukkig nog even tijd om na te denken over de vraag of ik ze al dan niet wil tekenen. Ondertussen kan ik hier mijn gedachten laten gaan over wat de actoren in deze zaak nu eigenlijk zeggen en welke denkfouten ze daarbij maken.

Ten eerste, de petitie lijkt me niet echt intellectueel eerlijk opgesteld. Mevrouw Van Dijck fungeerde als een van de woordvoersters van de Field Liberation Movement. Ze was waarschijnlijk op voorhand op de hoogte van de plannen van de andere actievoerders en ze heeft zich daar duidelijk niet tegen verzet. Strikt juridisch genomen, is ze zelfs medeplichtig aan de schade die is aangebracht en het is goed mogelijk dat een rechter haar hiervoor zal veroordelen. Het lijkt me dan ook beter de stelling te herformuleren en te wijzen op de disproportionele reactie van de KU Leuven op het gedrag van een personeelslid.

Op woensdag 8 juni 2011 heeft een volksvertegenwoordiger van Groen! in het Vlaams Parlement minister Smet de volgende vraag gesteld: “Minister, wat zult u doen om het spreekrecht van onderzoekers in Vlaanderen te beschermen?” Een van de eerste zinnen van zijn antwoord luidde als volgt: “Spreekrecht betekent geen vernielrecht”. Daarnaast heeft iemand van de Open Vld erop gewezen dat we een scheiding van machten kennen en dat de politiek zich niet over de naleving van het arbeidsrecht mag uitspreken. Dat is de bevoegdheid van de arbeidsrechtbank. De redenering van de opstellers van de petitie is, met andere woorden, zeer krachteloos.

Ten tweede, de reactie van de KU Leuven lijkt wel zeer drastisch. Indien de universiteit van mening is dat personeelsleden een strikte gedragscode moeten respecteren, vraag ik me af waarom er überhaupt nog iemand werkt. In het verleden hebben personeelsleden van de KU Leuven zich al schuldig gemaakt aan racisme, seksisme, alcoholisme, drugsgebruik, drugshandel, poging tot aanranding, intimidatie, bedreiging, diefstal, waarschijnlijk ook aan vandalisme en echte geweldfeiten [3], en zeer zeker ook aan wat eigenlijk het ergste zou moeten zijn voor ons academisch personeel, incompetentie.

Blijkbaar is de deelname aan een ecologisch getinte actie tegen de al dan niet vermeende dreiging van de biotechologische ontwikkelingen erger dan dronken lesgeven of vrouwelijke studenten bepotelen of het jarenlang weigeren een klop uit te voeren eenmaal de vaste benoeming tot hoogleraar een feit is.

Bovendien is er nog een verzwarend element dat haast nergens in de officiële berichtgeving aan bod komt. Mevrouw Van Dijck en haar bevriende patattendoodseskader hebben die actie buiten hun eigenlijke werkuren uitgevoerd. In feite velt de KU Leuven hier dus een oordeel over wat iemand buiten de context van de eigenlijke tewerkstelling uitvoert. Er wordt zelfs niet op een uitspraak van een bevoegde rechtbank gewacht. Ze is blijkbaar schuldig aan een zware beroepsfout, terwijl ze op het ogenblik van de feiten niet eens haar beroep uitoefende.

De reden lijkt me voor de hand te liggen. De boodschap is duidelijk. Het personeel van de KU Leuven mag zeker zijn mening uiten over allerlei maatschappelijke problemen, maar niet over de projecten waar de universiteit geld mee kan verdienen. Medewerkers van de KU Leuven mogen niet het gevaar creëren dat een belangrijke financier, in dit geval BASF, zich uit een lucratief contract zou terugtrekken. Dit gaat al lang niet meer om wetenschappelijk onderzoek. Het gaat om de financiering van wetenschappelijk onderzoek en de winst die met de resultaten kan worden geboekt. De C4 is een drukkingsmiddel om interne oppositie tegen deze vorm van management binnen een grotendeels met overheidsgeld gefinancierde onderwijsinstelling monddood te maken.

Mijn conclusie luidt alvast dat de actievoerders van de FLM en andere vergelijkbare organisaties zich dringend over hun taalgebruik en hun doelstellingen moeten bezinnen. Dit zijn acties tegen kapitalistische bedrijfsleiders en hun handlangers in de academische wereld die elk ethisch argument van tafel vegen in hun onstuitbare drang naar hogere winsten. Zonder de financiering van een extern bedrijf zou de KU Leuven dit onderzoek niet eens voeren. Het doel van het onderzoek bestaat er niet uit de wereldwijde hongersnood te lenigen of de voedselproductie te verhogen. Het doel bestaat eruit een middel te vinden om door middel van verbeterd DNA meer geld te verdienen.

De oplossing ligt in feite voor de hand en dit zou dan ook de primaire eis van de actievoerders moeten zijn. Elk onderzoek is mogelijk en toegelaten. Het is bedrijven echter verboden patent te nemen of exclusief eigenaar te zijn van origineel of gemodificeerd DNA van mensen, dieren of planten. De resultaten van dergelijk onderzoek worden automatisch publiek eigendom. Deze paar zinnen volstaan in feite om de discussie een heel andere en veel eerlijker richting uit te sturen.

Wat het ‘vernielrecht’ van minister Smet en anderen betreft, kan ik ook kort zijn. Natuurlijk stelt de wet duidelijk dat het niet toegelaten is de eigendommen van private personen of rechtspersonen, zoals in dit geval de KU Leuven, te vernielen of te beschadigen. Als iedereen altijd de wet had gerespecteerd en nooit iets had beschadigd, zaten we nu nog altijd met het ancien regime opgezadeld, waren alle Afrikaanse landen nog Europese kolonies en was er, ironisch genoeg, geen sprake van een geglobaliseerde vrije markt. Het gebruik van C4 kan soms een noodzaak lijken.

----------
[1] Dit is nog een goede test voor de mate waarin onze pers tendentieus is. In sommige berichten gaat het om de vernietiging of de vernieling van het veld. In andere gevallen gaat het om de beschadiging. Aangezien slechts een gedeelte van de planten is gestorven, lijkt die tweede omschrijving me een stuk accurater.
[2] Wie de petitie wil tekenen, kan mailen naar petitieactieBVD@gmail.com
[3] Of denkt er nu iemand dat aan die betogingen onder de noemer ‘Leuven Vlaams!’ nooit assisterend personeel heeft deelgenomen?