Over het geplande rookverbod in de horeca (deel 4)

Zoals eerder beloofd, heb ik de tekst van de wet betreffende het pesten van rokers die na hun werkweek ook eens rustig samen een pint willen drinken grondig doorgenomen. Hieronder volgt een samenvatting van de implicaties voor de enige sector[1] die de verzuring van onze maatschappij kan tegenhouden. De tekst waarop ik me baseer, is de wet betreffende een algemene regeling voor rookvrije gesloten plaatsen toegankelijk voor het publiek en ter bescherming van werknemers tegen tabaksrook’ van 22 december 2009.

Artikel 3, paragraaf 1 is duidelijk: ‘Het is verboden te roken in gesloten plaatsen[2] die voor het publiek toegankelijk[3] zijn. Deze plaatsen dienen rookvrij te zijn’. Artikel 4, paragraaf 1 roept echter onmiddellijk een uitzondering in het leven: ‘…wordt een uitzondering gemaakt voor afgesloten[4]drankgelegenheden[5] en[6] die geen deel uitmaken van een sportruimte[7]. De uitbater van een drankgelegenheid bedoeld in het eerste lid… kan een zone die duidelijk afgebakend is, installeren, waar het toegestaan is te roken volgen vormen en voorwaarden voorzien in volgende paragrafen.’ Een tweede uitzondering vinden we terug in artikel 5. Een krachtige lobby kan soms wonderen verrichten: ‘Het in artikel 3 bedoelde verbod is niet van toepassing op de kansspelinrichtingen van klasse[8]’.

Deze wet is nog niet van kracht. De kans dat dit rookverbod er uiteindelijk zal komen, wordt steeds omvangrijker. De Europese Commissie wil in 2014 een algemeen, in heel de EU geldend, verbod[9] laten ingaan. Nu het federale parlement de wet heeft goedgekeurd, kan de Belgische regering tot dan wachten of eerder, op een zelf gekozen ogenblik, uitvoeringsbesluiten publiceren en het verbod laten ingaan.

De resultaten van de recente verkiezingen zijn in elk geval niet hoopgevend. Zowat elke partij die zich nog tegen dit verbod wilde verzetten, heeft een electorale nederlaag geleden. De enige rechtse partij die voor het rookverbod is, heeft gewonnen. Het is enkel de vraag in welke mate de partijen die nu een coalitie moeten vormen en vervolgens hun regering in leven moeten houden tijd zullen vinden om nog niet-communautair geladen dossiers te behandelen.

De gevolgen zijn vrij voorspelbaar. De cafés zullen het moeten stellen met goedgezinde klanten die blij zijn eindelijk van al die rook verlost te zijn, slechtgezinde klanten die buiten in regen en wind staan te klagen dat het vroeger beter was en gewezen klanten die het niet langer de moeite vinden hun huis te verlaten om ergens anders in de kou te gaan staan. Klanten die buiten gaan roken, kunnen trouwens maar beter een onderlinge beurtrol afspreken. Anders zullen ze, afhankelijk van het etablissement in kwestie, bij hun herintrede merken dat iemand op hun kruk zit, iemand hun achtergelaten spullen heeft meegenomen en iemand een paar pillen in hun drank heeft gekieperd. De toekomst ziet er mooi uit.

----------
[1] Vergeet al die overgesubsidieerde initiatiefjes van wereldvreemde kabinetten. Wie de mensen wil samenbrengen, moet ze een toog bieden waar ze gesprekken kunnen voeren zonder assistentie van op de eigen omgeving gerichte ontwikkelingswerkers uit de sociale hogeschool.
[2] Volgens de definitie in artikel 2 is een gesloten plaats ‘een plaats door wanden afgesloten van de omgeving en voorzien van een plafond of zoldering’.
[3] Volgens de definitie in artikel 2 bestaat een publiek uit iedereen die niet tot de gezinssfeer behoort. Een definitie van de gezinssfeer staat er niet bij, maar ik kan me voorstellen dat de kameraadschappelijke omgangsvormen tussen de vaste klanten van een café niet als dusdanig worden geïnterpreteerd.
[4] Aangezien het verbod in open lucht niet geldt, geldt de uitzondering ook enkel voor afgesloten ruimtes en niet voor, bijvoorbeeld, drankstands in open lucht tijdens festivals.
[5] Dit slaat op cafés en niet op de andere onderdelen van de horecasector. Het onderscheid wordt nog steeds gemaakt op basis van de regel dat enkel voorverpakte voeding mag worden aangeboden voor consumptie ter plekke die gedurende minstens drie maanden houdbaar blijft, oftewel een paar zakjes chips en nootjes.
[6] Inderdaad, het klopt grammaticaal niet.
[7] De cafetaria’s van voetbalterreinen hebben pech. Wie op een sportterrein een horecazaak uitbaat, moet blijkbaar de gezondheidsmanie mee helpen uitdragen.
[8] Oftewel de casino’s, oorden van verderf waar mensen van alle klassen en standen worden uitgenodigd hun spaargeld over de balk te gooien en de levenskwaliteit van hun gezin op het spel te zetten.
[9] Toch eigenaardig dat de Europese Commissie wel bevoegd is een dergelijke maatregel op te leggen, maar niet in staat is echtscheidingen in Malta of abortus in Ierland legaal te maken. Dat is dan blijkbaar een onaanvaardbare schending van de nationale soevereiniteit.